OP 3 - 418CH - week 27 - Neo - 15 min. leesopdracht - luistertips - examenvoorb. - zelfst. werken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Planning

1. Neologisme
   
2. 15 min. opdracht: tekst lezen
3. Luistertips
4. Luisteropdracht
5. Examenvoorbereiding
6. Zelfstandig werken: werkboek
   
7. Evaluatie/vooruitblik
8. (SLB)

Neologisme

‘Nokay’ is precies het woord dat je de hele dag tegen je kinderen wilt zeggen

Wat betekent 'nokay'? 

Bron: de Volkskrant

Mix van Engels no en okay; een uitdrukking van afkeuring en instemming tegelijk. Nokay is een woord dat je, vooral tegen je kinderen, kunt zeggen als je iets eigenlijk niet goed vindt, maar het intussen ook niet heel erg vindt als het wél gebeurt. Kinderen mogen bijvoorbeeld eigenlijk niet meer op de iPad, omdat ze hun 'schermtijd' al gehad hebben, maar het is wel lekker rustig als jij net even wil koken. 

Geen duidelijk 'nee', maar ook geen duidelijk 'OK' (of 'oké') of 'ja' dus.

Geïntroduceerd door Aaf Brandt Corstius, in jaren veertig vorige eeuw al eens gebruikt. 

3. Zelfstandig werken

Leesopdracht 7 blz. 130 werkboek

• 15 minuten de tijd
• Daarna bespreken (klassikaal)

Klaar? Rest al nagekeken? Dan beginnen met blz. 160.

4. Luistertips

Luistermanieren

1. GLOBAAL:
   grote lijnen (1e keer bekijken)
   
   
2. INTENSIEF: gedetailleerd (zo veel mogelijk onthouden) 
   
   
3. ZOEKEND: antwoord op bijv. een vraag (waarnaar ben je op zoek?)

Stappenplan

1. Bekijk het fragment op een GLOBALE manier.
   
2. Lees de vraag INTENSIEF.
3. Bekijk het filmpje nu op een ZOEKENDE manier. 
4. Antwoord niet gevonden? Dan INTENSIEF kijken.
   

Lees-/luistermanieren

Verkennend lezen

Globaal lezen

Intensief lezen

Kritisch lezen

Zoekend lezen

Oriënterend luisteren

Intensief luisteren

Kritisch luisteren

Strategieën: kan altijd!

* Voorkennis activeren

* Voorspellen

* Visualiseren
* Vragen stellen

De 4 v's! 

Leesexamen:
Wat is een doelgroep?

1. het doel van de auteur als hij de tekst schrijft
2. het doel van de lezer of lezers
3. de specifieke lezer zelf
4. het publiek waar de tekst voor bedoeld is

Noem drie tekstdoelen.

feiten

meningen

citaat

controleerbaar / staat vast

ben je het mee eens/oneens

aanhalingstekens en letterlijk overgenomen

Leesexamen:
Wat is een hoofdgedachte?

1. wat de lezer steeds denkt
2. de conclusie
3. alle meningen in de tekst
4. wat de schrijver wil zeggen in één zin

Wat is het verschil tussen een conclusie, een samenvatting en een toelichting?

conclusie/samenvatting/toelichting

1. Een conclusie is een einduitkomst op basis van dingen die eerder in de tekst gezegd zijn. Deze einduitkomst kan een vaststelling of een oordeel zijn.
   
2. Een samenvatting herhaalt de hoofdzaken van de tekst. 
3. Een toelichting geeft meer informatie over een eerder besproken onderwerp.  

4. Zelfstandig werken

Luisteropdracht 5 blz. 143 werkboek

• fragment op bord
• daarna bespreken (klassikaal)

Evt. extra opdracht 3 blz. 140 (Salaris onderhandelen).

https:

Fragment Hebzucht

5. Examenvoorbereiding

Nogmaals doornemen

Filmpje nog zien? 

Evt. extra opdracht 3 blz. 140 (Salaris onderhandelen).

6. Zelfstandig werken

Werk aan je taaldossier:

• Werkboek blz. 160
  Oefenexamen 1 geheel af = huiswerk
  = TAALDOSSIER --> aftekenen
• Vrijdag: examen 
• Maandag: werkboek mee 

Luisterfragmenten vinden

Antwoorden: mail mij als je wilt nakijken

7. Evaluatie en vooruitblik

• Hoe vind je het gaan?
• Vertrouwen in examen?

Evt. Black Stories

8. SLB

• Roy
• Zelf aan SLB-opdrachten werken