Rekenen met geld

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6-8

Geld rekenen

En waarom moet je dit leren?

Wanneer jij boodschappen gaat doen is het wel handig dat je weet hoeveel geld je terug hoort te  krijgen!

Vergeet niet de som eerst heel goed te lezen!

Je leert welke stappen je moet zetten.

Je begint rechts op de getallenlijn.

1. Trek eerst de hele euro's van het bedrag af.

2. Daarna in twee sprongen de centen: Eerst terug naar de hele euro en daarna nog de rest eraf.

Schrijf mee op je kladpapier!

320

€3,20

€3,00

€2,75

Eerst de terugtel manier:

Nu een som zonder verhaaltje. Je kunt er wel een bij bedenken.🙂

Begin rechts met de stappen:

Maak een getallenlijn op je kladblaadje en schrijf mee. 

1. Trek eerst de hele euro's van het bedrag af.

2. Daarna in twee sprongen de centen: Eerst terug naar de hele euro en daarna nog de rest eraf.

Maak nu in Snappet som 1e en 1f.

€27,10 - €6,00 =

1

€27,10

€21,10

€21,10 - €0,10 =

2

€21,00

€21,00 - €0,15 =

2

€20,85

Aftrekken of aanvullen?

Kies de manier die voor jou het beste werkt!

Afronden met contant geld

Tegenwoordig hebben wij 

in Nederland geen 1 en 2 

centen meer, 5 cent 

hebben we nog wel. 

Daarom moeten bedragen 

worden afgerond. 

Tegenwoordig hebben wij

in Nederland geen 1 en 2

centen meer, 5 cent

hebben we nog wel.

Daarom moeten bedragen

worden afgerond.

Let op: 

Afronden doe je pas aan het

eind van een berekening 

Afronden met contant geld

Afronden met geld doen we per......

1. €0,01 cent
2. €0,05 cent
3. €0,10 cent
4. We ronden niet af met geld

ga staan als.......

Het is een warme zomerdag. Meester Bauke trakteert groep 6b op ijsjes. De ijsjes kosten samen 7 euro. Meester Bauke betaalt met 10 euro. Hoeveel krijgt hij terug?

staan:

13 euro

zitten:

3 euro

ga staan als.......

Ik ga naar de winkel voor boodschappen. De boodschappen kosten 15 euro. Ik betaal met 30 euro. Hoeveel krijg ik terug?

staan:

15 euro

zitten:

25 euro

ga staan als.......

Groep 6b wil slime gaan maken. De ingrediënten kosten samen  € 6,50. De klas geeft 15 euro. Hoeveel krijgt 6b terug?

staan:

€ 8,50

zitten:

€ 9,50

Je hebt 2 briefjes van 10 euro.


Je koopt 2 pizza's á 8€. Heb je genoeg geld?

1. Ja
2. Nee

Hoe kan ik geldbedragen samen optellen?

Hoe kan ik geldbedragen optellen?

Je doet een klusje voor je familie en krijgt hier geld voor:

Papa : €2,-

Mama: €2,-

Oma: €2, 50

Tante Mies: €1, 50

Hoeveel geld krijg je in totaal?

In mijn beurs zit:

Wat kan ik kopen?

1. 2 paar schoenen. De schoenen kosten € 26,- per paar.
2. Twee truien De truien kosten €27,50 per stuk
3. Een broek van 45,- en een paar sokken van €7,50
4. Een trui van €27,50 en een broek van €20,-

Je moet € 4,10 betalen.
Je geeft de kassamedewerker € 5,-.
De kassamedewerker vraagt er € 0,10 bij.
Hoeveel krijg je terug?

1. €1,10
2. €0,90
3. €0,10
4. €1,00

Je moet € 5,20 betalen.
Je geeft de kassamedewerker € 10,-.
De kassamedewerker vraagt er € 0,20 bij.
Hoeveel geld krijg je terug?

Hoeveel is dit samen?

Hoeveel moest je betalen?