Lezen par. 2 les 3aanvulling-3vF

Programma
 1) Bespreken huiswerk
2) Opdracht tekstverbanden en signaalwoorden in LessonUp
3) leeslijst
4) huiswerk

Toetsdatum: maandag 16 september a.s.!

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma
 1) Bespreken huiswerk
2) Opdracht tekstverbanden en signaalwoorden in LessonUp
3) leeslijst
4) huiswerk

Toetsdatum: maandag 16 september a.s.!

Slide 1 - Diapositive

Bespreken huiswerk 
tekst 1 op blz. 12 en 13  vraag 3 t/m 10 van opdracht 3 (op blz. 12)

Slide 2 - Diapositive

Toelichtend verband
Chronologisch verband
Opsommend verband
Beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde
Dingen worden achter elkaar genoemd.
Er wordt extra info gegeven (vaak een voorbeeld).

Slide 3 - Question de remorquage

Concluderend verband
samenvattend verband
Tegenstellend verband
De schrijver trekt een gevolgtrekking uit de tekst.
Tegenovergestelde dingen worden genoemd.
De auteur geeft een verkorte weergave van eerdere informatie uit de tekst.

Slide 4 - Question de remorquage

doel-middelverband

oorzakelijk verband
redengevend verband
Dit geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
Dit geeft aan waarmee je je een bepaald iets kan bereiken.
Dit laat zien waardoor iets gebeurt (waarop je niet altijd invloed hebt).

Slide 5 - Question de remorquage

Het verschil tussen redengevende en oorzakelijk verband
Het regent waardoor de straat nat wordt.
Oorzaak en gevolg waarop je niet altijd invloed hebt.

Het regent en daarom ga ik met de bus.
Je geeft aan waarom je iets doet.

Slide 6 - Diapositive

toegevend verband

vergelijkend verband
voorwaardelijk verband
Dit laat een overeenkomst of een verschil zien.
Dit maakt duidelijk wat er nodig is voordat er iets gebeurt.
Dit geeft een andere kant van de zaak aan.

Slide 7 - Question de remorquage

Het verschil tussen tegenstellend en toegevend verband
Dit land is rijk, maar het buurland is arm.
Hier is sprake van een duidelijke tegenstelling: rijk versus arm.

Hoewel ze rijk is, koopt ze altijd kleren in de uitverkoop.
Hier is geen sprake van een tegenstelling. Het geeft een andere kant aan.

Slide 8 - Diapositive

Chronologisch
concluderend
opsommend
samenvattend
tegenstellend
toelichtend
verder
zo
later
hoewel
dus
met andere woorden

Slide 9 - Question de remorquage

doel-middel
oorzakelijk
redengevend
toegevend
vergelijkend
voorwaardelijk
dat komt door
indien
ook al
om te
beter dan
want

Slide 10 - Question de remorquage

voorwaardelijk
verband
doel-middel-
verband
oorzakelijk
verband
redengevend
verband
in het geval dat
immers
door middel van
het gevolg is
mits
tenzij
daarom
opdat
daardoor

Slide 11 - Question de remorquage

Boekenlijsten: zie mail Magister
Vanaf volgende week moet je op maandag altijd een leesboek bij je hebben!
 

Slide 12 - Diapositive

Maken/Huiswerk
Maak opdracht 5 vanaf vraag 3 t/m vraag 11.

Let op: Toetsdatum is maandag 16 september a.s.!

Slide 13 - Diapositive