Basiscursus Schrijven in de praktijk 2.1 Informatieve teksten + Taalverzorging Tegenwoordige tijd

Lesdoelen

Herhalen werkwoordspelling:

Tegenwoordige tijd (3 zinnen) + samenvatting van de theorie

Nieuwe theorie:

Schrijven in de praktijk  2.1 Informatieve teksten

Wat weet je nog?

Welke regels ken je?

Wat zijn de uitzonderingen?

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
De bus ----- om acht uur weg.

1. rijd
2. rijdt

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
De leraar ----- dat geen goed voorbeeld.

1. vind
2. vindt

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
De bus ----- om tien uur in Goes.

1. arriveert
2. arriveerd

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
Marieke --- zich in haar kamer.

1. verkleed
2. verkleedt

TEGENWOORDIGE TIJD
Kies de juiste persoonsvorm
Julia ----- snel vanwege haar lichte huid.

1. verbrand
2. verbrandt

Welke titel geeft het beste informatie over wat je als lezer kunt verwachten wat de inhoud van de tekst betreft?

1. Het geheim van een goede website
2. Hoe bouw je een website?
3. In 5 simpele stappen een perfecte website bouwen.

Welke titel is het meest zakelijk?

1. Het geheim van een goede website
2. Hoe bouw je een website?
3. In 5 simpele stappen een perfecte website bouwen.

Naar eigen inzicht opdrachten uit het 'volledige programma' kiezen(80%)

Maken opdracht 4 = SCHRIJFPLAN inleveren

Aan de slag!