5H AK p12 Landschapszones en p13 landdegradatie


Domein Aarde

Herhaling 4H H2 (§7, 8 & 9)
Landschapszones& Landdegradatie
p. 12 & p 13
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Domein Aarde

Herhaling 4H H2 (§7, 8 & 9)
Landschapszones& Landdegradatie
p. 12 & p 13

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kent de 6 vormen van landdegradatie
  • Je kent de rol van geofactoren in landschappen
  • Je kent de 6 landschapszones
  • Je kent de invloed van klimaatverandering op landschapszones

Slide 2 - Diapositive

Landdegradatie

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Landschapszones

Slide 5 - Diapositive

De 6
geo-
factoren

boek blz. 102
bron 2

Slide 6 - Diapositive

Welke geofactor
is het meest van invloed
op de mondiale schaal?
A
de mens
B
de plantengroei
C
het gesteente
D
het klimaat

Slide 7 - Quiz

zet de landschaps-zones op de goede plek
Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride Zone
Tropische zone

Slide 8 - Question de remorquage

Landschapszones liggen globaal...
A
van oost naar west en andersom
B
van noord naar zuid en andersom
C
willekeurig
D
van hoog naar laag en andersom

Slide 9 - Quiz

Zet de afbeelding van de juiste landschapszone bij de juiste plek op de wereld.

Let op: 1 afbeelding blijft over.
Meting
land 7

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep de foto naar de juiste plek op Afrika

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen een landschapszone en een klimaat?
A
een landschapszone is een gebied met geofactoren, klimaat gaat over de atmosfeer
B
een landschapszone is een soort klimaat
C
een landschapszone is aaneengesloten, een klimaat niet
D
een landschapszone heeft een bepaalde temperatuur en neerslag

Slide 12 - Quiz

Koppel de klimaatgrafiek aan de juiste landschapszone. 


Polair
= bij polen
Aride
= droogte

Slide 13 - Question de remorquage

Koppel de klimaatgrafiek aan de juiste landschapszone. 


Boreaal
= bij landklimaat
Tropisch
= rond evenaar
Subtropisch
= bij 30 gr. breedte

Slide 14 - Question de remorquage

We gaan
de landschapszones
langs

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Tropische zone
tropisch regenwoud en savanne

> Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?

> Hoe ontstaat dit verschil? 


Slide 17 - Diapositive

De savanne is semi-aride door droge maanden.
Wanneer zijn die droge maanden?
A
In de maanden met hoge luchtdruk, als het ITCZ in de buurt ligt
B
In de maanden met hoge luchtdruk, als het ITCZ niet in de buurt ligt
C
In de maanden met lage luchtdruk, als het ITCZ in de buurt ligt
D
In de maanden met lage luchtdruk, als het ITCZ niet in de buurt ligt

Slide 18 - Quiz

Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?
A
T. regenwoud is meer open, dat komt door de droge tijd
B
Savanne is meer open, dat komt door de droge tijd
C
T. regenwoud is meer open, dat komt door de natte tijd
D
Savanne is meer open, dat komt door de natte tijd

Slide 19 - Quiz

Tot welke landschapszone
behoort de savanne?
A
semi-humide
B
aride
C
tropisch
D
sub-aride

Slide 20 - Quiz

Aride zone
Steppe en woestijn

> Wat is het verschil tussen woestijn en steppe?
> Hoe ontstaat dit verschil? 

Landbouw: nomaden en irrigatie

Slide 21 - Diapositive

Aride betekent
A
vochtig
B
droog
C
warm
D
koud

Slide 22 - Quiz

Wat is niet kenmerkend voor de steppe?
A
veel gras
B
subtropisch klimaat
C
weinig of geen bomen
D
droogteklimaat (aride of semi-aride)

Slide 23 - Quiz

Stuur een foto in van de savanne of van de steppe.
Schrijf eronder of hij van de steppe of van de savanne is

Slide 24 - Question ouverte

Subtropische zone
Overgang naar gematigde zone

Droge zomer, milde winter -> Middellandse zeegebied -> irrigatielandbouw

Hele jaar vochtig of droge winter ook mogelijk 


Slide 25 - Diapositive

Het mediterrane klimaat
komt voor in de ....
A
boreale zone
B
subtropische zone
C
tropische zone
D
gematigde zone

Slide 26 - Quiz

Wat is kenmerkend voor de subtropische zone?
A
steppe begroeiing
B
het ligt in de buurt van de evenaar
C
het heeft een droge tijd, vaak in de zomer
D
voldoende neerslag voor landbouw in de zomer

Slide 27 - Quiz

Gematigde zone

Oorspronkelijk loofbos -> cultivering door mens 

Koelere grassteppes -> nomaden, nu graanbouw


Slide 28 - Diapositive

In de gematigde zone is er
A
meer verdamping dan neerslag
B
een evenwicht tussen neerslag en verdamping
C
meer neerslag dan verdamping
D
in irrigatiegebieden voldoende water

Slide 29 - Quiz

Boreale zone
Naaldbos / taiga

Nauwelijks op ZH

Te koud voor landbouw, dus houtkap. 

Slide 30 - Diapositive

De volgende foto is genomen bij het Bajkalmeer, boven Mongolië in Rusland
Kijk er even naar en beantwoord de volgende vraag

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Welke landschapszone
ligt er rond het Baijkalmeer?
A
gematigde zone
B
landklimaat
C
boreale zone
D
polaire zone

Slide 33 - Quiz

Welke vegetatie kenmerkt
de boreale zone?
A
naaldwoud
B
gras
C
loofwoud
D
struiken en mos

Slide 34 - Quiz

Polaire zone
Toendra en landijs

> Wat is het verschil tussen Toendra en landijs?
> Hoe ontstaat dit verschil? 

Nomaden, jacht op rendieren en visserij

Slide 35 - Diapositive

Op welke breedtegraad
ligt de polaire zone ?
A
0 breedtegraad
B
35-40 breedtegraad
C
75+ breedtegraad
D
50 breedtegraad

Slide 36 - Quiz

Klimaatverandering
Geofactor mens beinvloedt klimaat 
-> versterkt broeikaseffect

-> lijkt: verschuiving landschapszones
-> blijkt: verandering/verarming landschappen
En: de neerslag wordt  extremer: droog ->droger, nat->natter
En de temperatuur zal meestal stijgen

Slide 37 - Diapositive

In welke richting verschuiven de landschapszones door de huidige klimaatverandering?
A
naar de polen
B
naar het westen
C
naar de evenaar
D
naar de zee

Slide 38 - Quiz

Welke landschapszone zal meer oppervlak van de aarde innemen door klimaatverandering?
A
de gematigde landschapszone
B
de subtropische zone
C
de (semi)aride zone
D
de polaire zone

Slide 39 - Quiz

Tekst
Tekst
plaats in elk vak een oranje ls zone en een groene plantengroei
steppe
(semi)aride ls zone
regenwoud
 savanne
(semi)aride ls zone
subtrop. ls zone 
mediterraan
woestijn
tropische ls zone
tropische ls zone
loofwoud
gematigde ls zone
naaldwoud, taiga
boreale ls zone

ijs
polaire ls zone
 toendra
polaire ls zone

Slide 40 - Question de remorquage

Deze les was
A
leuk en nuttig
B
niet leuk maar wel nuttig
C
leuk maar niet nuttig
D
niet nuttig en niet leuk

Slide 41 - Quiz