Systeem Aarde H3.3 Natuurlijke landschapszones

Natuurlijke Landschapszones 
paragraaf 3.3 

maar eerst even herhaling 3.2 
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Natuurlijke Landschapszones 
paragraaf 3.3 

maar eerst even herhaling 3.2 

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn plekken op lage breedte?
A
Plekken in de buurt van een hooggebergte
B
Plekken in de buurt van een kust.
C
Plekken in de buurt van de polen.
D
Plekken in de buurt van de evenaar

Slide 2 - Quiz

Welke letter krijgen de tropische klimaten in het klimaatsysteem van Köppen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 3 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland volgens het klimaatsysteem van Köppen?
A
Cf
B
Cs
C
Cw
D
Df

Slide 4 - Quiz

Uit welke twee onderdelen bestaat de wet van Buys Ballot?
A
Lucht stroom altijd van H naar L
B
Lucht stroom altijd van L naar H
C
Met een afwijking naar rechts op het NH
D
Met een afwijking naar links op het NH

Slide 5 - Quiz

Welk soort luchtdruk vinden we in de buurt van de evenaar?
A
Lage druk
B
Hoge druk
C
Geen druk
D
Maak je niet zo druk

Slide 6 - Quiz

Waarom zakt het water bij de poolgebieden naar beneden? (meerdere antwoorden zijn juist)
A
het water is koud
B
het water verdampt
C
het water is zout
D
dit komt door de golfstroom

Slide 7 - Quiz

Waardoor ontstaat oceanische circulatie?
A
Door de wet van Buijs Ballot
B
Door de wind
C
Door thermohaliene circulatie
D
Door de luchtdrukverschillen

Slide 8 - Quiz

Paragraaf 3.3 Natuurlijke landschapszones


Noteer per landschapszone de volgende gegevens:

- Ligging;

- Klimaat (dus temperatuur en neerslag);

- Kenmerkende vegetatie;

- Bijzonderheden over bodem;

- Kenmerkende afbeelding uit je boek.


Slide 9 - Diapositive

zet de landschaps-zones op de goede plek
Boreale
Subtropische  zone
Gematigde zone
Polaire zone
Tropische Zone
Aride zone

Slide 10 - Question de remorquage

Landschapszones liggen globaal...
A
van oost naar west en andersom
B
van noord naar zuid en andersom
C
willekeurig
D
van hoog naar laag en andersom

Slide 11 - Quiz

Zet de afbeelding van de juiste landschapszone bij de juiste plek op de wereld.

Let op: 1 afbeelding blijft over.
Meting
land 7

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen een landschapszone en een klimaat?
A
een landschapszone is een gebied met geofactoren, klimaat gaat over de atmosfeer
B
een landschapszone is een soort klimaat
C
een landschapszone is aaneengesloten, een klimaat niet
D
een landschapszone heeft een bepaalde temperatuur en neerslag

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

We gaan
de landschapszones
langs

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Tropische zone
tropisch regenwoud en savanne
warm en vochtig, bodem onvruchtbaar, want dunne humuslaag

> Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?

> Hoe ontstaat dit verschil? 


Slide 17 - Diapositive

De savanne is semi-aride door droge maanden.
Wanneer zijn die droge maanden?
A
In de maanden met hoge luchtdruk, als het ITCZ in de buurt ligt
B
In de maanden met hoge luchtdruk, als het ITCZ niet in de buurt ligt
C
In de maanden met lage luchtdruk, als het ITCZ in de buurt ligt
D
In de maanden met lage luchtdruk, als het ITCZ niet in de buurt ligt

Slide 18 - Quiz

Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?
A
T. regenwoud is meer open, dat komt door de droge tijd
B
Savanne is meer open, dat komt door de droge tijd
C
T. regenwoud is meer open, dat komt door de natte tijd
D
Savanne is meer open, dat komt door de natte tijd

Slide 19 - Quiz

Tot welke landschapszone
behoort de savanne?
A
semi-humide
B
aride
C
tropisch
D
sub-aride

Slide 20 - Quiz

Aride zone
Steppe en woestijn
minder dan 500 mm neerslag  per jaar (steppe) en 250 mm (woestijn), warme en koude woestijnen. 

> Wat is het verschil tussen woestijn en steppe?
> Hoe ontstaat dit verschil? 
Landbouw: nomaden en irrigatie

Slide 21 - Diapositive

Aride betekent
A
vochtig
B
droog
C
warm
D
koud

Slide 22 - Quiz

Wat is niet kenmerkend voor de steppe?
A
vruchtbare löss bodem
B
subtropisch klimaat
C
weinig of geen bomen
D
droogteklimaat (aride of semi-aride)

Slide 23 - Quiz

Subtropische zone
Overgang naar gematigde zone

Droge zomer, milde winter -> Middellandse zeegebied -> irrigatielandbouw

Hele jaar vochtig of droge winter ook mogelijk 


Slide 24 - Diapositive

Het mediterrane klimaat
komt voor in de ....
A
boreale zone
B
subtropische zone
C
tropische zone
D
gematigde zone

Slide 25 - Quiz

Wat is kenmerkend voor de vegetatie in de subtropische zone?
A
steppe begroeiing
B
loofbomen die blad verliezen in de droge tijd
C
maquis (doornachtige struiken)
D
struiken die vooral bloeien in de hete zomer

Slide 26 - Quiz

Gematigde zone

- Oorspronkelijk loofbos -> cultivering door mens 
- Vruchtbaar door dikke humuslaag
- Koelere grassteppes -> nomaden, nu graanbouw


Slide 27 - Diapositive

In de gematigde zone is er
A
meer verdamping dan neerslag
B
een evenwicht tussen neerslag en verdamping
C
meer neerslag dan verdamping
D
in irrigatiegebieden voldoende water

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Welke landschapszone
ligt er rond het Baijkalmeer
(Grens Rusland/ Mongolië ?
A
gematigde zone
B
landklimaat
C
boreale zone
D
polaire zone

Slide 30 - Quiz

Boreale zone
Naaldbos / taiga
- Nauwelijks op het zuidelijk halfrond
- Lange winters, koele zomers
- Te koud voor landbouw
- Podzolbodems (uitgespoelde ijzer/ aluminiumlaag)

Slide 31 - Diapositive

Welke vegetatie kenmerkt
de boreale zone?
A
naaldwoud
B
gras
C
loofwoud
D
struiken en mos

Slide 32 - Quiz

Polaire zone
Toendra en landijs
permafrost

> Wat is het verschil tussen Toendra en landijs?
> Hoe ontstaat dit verschil? 

Nomaden, jacht op rendieren en visserij

Slide 33 - Diapositive

Op welke breedtegraad
ligt de polaire zone ?
A
0 breedtegraad
B
35-40 breedtegraad
C
75+ breedtegraad
D
50 breedtegraad

Slide 34 - Quiz

Tekst
Tekst
plaats in elk vak een oranje landschapszone en een groene plantengroei
steppe
regenwoud
 savanne
(semi)aride ls zone
subtrop. ls zone 
mediterraan
woestijn
tropische ls zone
loofwoud
gematigde ls zone
naaldwoud, taiga
boreale ls zone

ijs
 toendra
polaire ls zone

Slide 35 - Question de remorquage