BS 4 Aanpassingen bij dieren

BS 4 Aanpassingen bij dieren
Leerdoel:

Aan het einde van de les weet je op welke manieren waterdieren, landdieren en vogels zich aangepast hebben aan hun leefomgeving (milieu).


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

BS 4 Aanpassingen bij dieren
Leerdoel:

Aan het einde van de les weet je op welke manieren waterdieren, landdieren en vogels zich aangepast hebben aan hun leefomgeving (milieu).


Slide 1 - Diapositive

Wat is ecologie?
A
Het deel van biologie dat de opbouw van organismen onderzoekt.
B
Het deel van biologie dat gaat over voortplanting.
C
Het deel van de biologie dat relaties tussen organismen en hun milieu onderzoekt.

Slide 2 - Quiz

Wat zijn a-biotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 3 - Quiz

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 4 - Question de remorquage

Een populatie is een..?
A
Verzamelnaam voor alle dieren in een bepaald gebied
B
Verzameling van individuen van één soort in een bepaald gebied
C
Verzamelnaam voor alle dieren en planten in een bepaald gebied
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Slide 5 - Quiz

 5 BS 4 Aanpassingen bij dieren
Leerdoel:
Aan het einde van de les weet je op welke manieren waterdieren, landdieren en vogels zich aangepast hebben aan hun leefomgeving (milieu).
Eerst kort HERHALEN!!!


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Aanpassingen

Dieren ( maar ook planten) hebben allerlei aanpassingen aan hun omgeving om de kans op overleven de vergroten. 


Bv. door de manier van ademhalen, beweging, voeding, verdediging en voortplanting.

Slide 8 - Diapositive

Maken

opdracht 1


timer
3:00

Slide 9 - Diapositive

 Waterdieren
Vissen zijn op 4 manieren aangepast 
- Gestroomlijnd -> sneller door water
- Kieuwen:  om zuurstof uit het water te halen
- Schubben met gladde slijmlaag
- Vinnen om rechtop te zwemmen en vooruit te komen

Slide 10 - Diapositive

 Maken
opdracht 2 + 3

timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Aanpassingen bij landdieren
Je eigen lichaam dragen op het land is zwaarder dan onder water.
Daarom hebben veel landdieren
- Stevige poten en een zwaar skelet
- Poten van landzoogdieren

Slide 12 - Diapositive

Aanpassingen bij landdieren
1) Zoolganger:
- beter evenwicht
- zakt niet snel weg in 
zachte bodem
bijv. aap, beer, mens

Slide 13 - Diapositive

Aanpassingen bij landdieren
2) Teenganger:
- loopt op tenen
- hierdoor kan hij snel lopen
bijv. een kat

Slide 14 - Diapositive

Aanpassingen bij landdieren
3) Hoefganger:
- loopt op toppen van de
   tenen
- teen bedekt met hoef
- kan nog sneller lopen
bijv. paard

Slide 15 - Diapositive

Maken
Opdracht 4+5 
timer
4:00

Slide 16 - Diapositive

Aanpassingen bij vogels:
Aanpassingen zijn verschillende soorten poten:
* zangvogel
* roofvogel
* loopvogel
* watervogel
* steltvogel


Slide 17 - Diapositive

Aanpassingen bij vogels: Snavels

Slide 18 - Diapositive

Maken
Opdracht 6 + 7
timer
5:00

Slide 19 - Diapositive