SPQR 25 A.c.I deel 1

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

SPQR les 25: A.c.I. deel 1

Waar staat de afkorting A.c.I. voor?

Bij wat voor een soort werkwoorden kan er GEEN A.c.I. komen?

1. ww van zeggen
2. ww van menen
3. ww van waarnemen
4. ww van bewegen

Met welk voegwoord begint in het Nederlands een bijzin van de indirecte rede?

Hoe noemen we het onderwerp van de A.c.I?

1. Subjectsaccusativus
2. Objectsaccusativus

Vergelijk beide zinnen van de vorige slide. Leg uit waarom in zin 1 'Brutus' staat en in zin 2 'Brutum'.

Vergelijk beide zinnen van de vorige slide. Leg uit waarom in zin 1 'terret' staat en in zin 2 'terrere'.

Nummer de vertaalstappen van de A.c.I. in de juiste volgorde door de nummers ernaartoe te slepen

Vertaal de PV van het werkwoord van zeggen/menen/waarnemen en het onderwerp daarvan

Voeg het woord 'dat' toe

Vertaal de subjectsaccusativus als onderwerp van de dat-zin

Vertaal de objectsaccusativus als LV van de dat-zin

(als er een tweede accusativus is)

Vertaal de infinitivus als PV van de dat-zin, passend bij het onderwerp

1.

2.

3.

4.

5.

Vertaal de zin:
Marcus credit Felicem Brutum timere.

Welk woord is de subjectsaccusativus?
Marcus credit Felicem Brutum timere

Vertaal de zin:
Mater dicit Felicem et Brutum amicos esse.

Welk woord is de infinitivus?
Mater dicit Felicem et Brutum amicos esse.

Vertaal de zin:
Videmus Felicem Brutum fugere.

Welk woord is de objectsaccusativus?
Videmus Felicem Brutum fugere

Hoe goed snap jij de A.c.I. al?

0100

Hoeveel van de volgende begrippen kun je uitleggen?
Indirecte rede; werkwoord van zeggen/menen/waarnemen; subjectsaccusativus; objectsaccusativus

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Heb je nog een vraag? Stel die dan hier!