Les 33 (infinitivi aci)

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Infinitivi in de a.c.i. 

Programma deze les

• T32 bespreken
• Opdr. 55 (HB blz. 85)
• A.c.i. kennis opfrissen
• Uitleg verschillende infinitivi (HB blz. 146)
• Korte check
• Aan de slag met M. 19 en 21 (HB blz. 147)
• Aan de slag met het huiswerk voor volgende week

T32

alinea 3

Wat weet je nog?

A.c.i. staat voor accusativus cum infinitivo.
Hoe vertaal je een a.c.i.?

1. met een als-zin
2. met een dat-zin
3. met een opdat-zin
4. met een zoals-zin

Een a.c.i. ...

1. begint met een acc en eindigt met een pv
2. begint met een nom en eindigt met een pv
3. begint met een acc en eindigt met een inf
4. begint met een nom en eindigt met een inf

De subjectsaccusativus =

1. de acc die het ow in de dat-zin wordt
2. de acc die het lv in de dat-zin wordt
3. het onderwerp van de pv
4. het lv van de pv

De objectsaccusativus =

1. de acc die het ow in de dat-zin wordt
2. de acc die het lv in de dat-zin wordt
3. het onderwerp van de pv
4. het lv van de pv

Wat is de a.c.i. in deze zin:
audivi patrem te punire.

1. audivi t/m punire
2. audivi t/m te
3. patrem t/m punire
4. te t/m punire

Vertaal deze zin:
Audivi patrem te punire.

Wat is de subjectsaccusativus in deze zin:
Audivi patrem te punire.

1. audivi
2. patrem
3. te
4. punire

Wat is de a.c.i. in deze zin:
Volebam patrem fabulam naravisse.

1. volebam t/m naravisse
2. patrem t/m naravisse
3. fabulam t/m naravisse
4. volebam t/m fabulam

Vertaal de zin:
Volebam patrem fabulam naravisse.

Wat is de objectsaccusativus in deze zin:
Volebam patrem fabulam naravisse.

1. volebam
2. patrem
3. fabulam
4. naravisse

infinitivus praesens

infinitivus

perfectum

-re

-isse

gelijktijdig

voortijdig

ik zeg dat ik loop

ik zeg dat ik heb gelopen

ik zei dat ik liep

ik zei dat ik had gelopen

Even oefenen!

prs A

prs P

pf A

pf P

fut A

diciturus esse

punivisse

vocatus esse

terreri

relatae esse

portare

necaturi esse

vinci

Necesse est nos domi manere.
Het is nodig dat wij thuis ...

1. blijven
2. bleven
3. zijn gebleven
4. waren gebleven

Medicus dicit Caesarem mortuum esse.
De arts zegt dat Caesar ...

1. sterft
2. stierf
3. is gestorven
4. was gestorven

Puto vos semper bene laboraturos esse.
Ik denk dat jullie altijd goed ...

1. werken
2. hebben gewerkt
3. zijn gewerkt
4. zullen werken

Audivi vos desperavisse.
Ik hoorde dat jullie je ...

1. vergissen
2. vergisten
3. hebben vergist
4. hadden vergist

Auxilium a deis dari Romani sperabant.
De Romeinen hoopten dat er door de goden hulp ...

1. wordt gegeven
2. werd gegeven
3. is gegeven
4. was gegeven

Aan de slag!

• Maak M. XXIII +  M. XXIV + M. XXV no. 1-6 (HB 171-172) => kijken we over 30 min na! 
  
• Lees TB blz. 114 en maak opdr. 56-58 + 68 (HB 86, 90)
• Vertaal T33 -> let goed op de aci's!