wwg. ond, lv, mv en bwb + meervoud zelfstandige naamwoorden

wwg. ond, lv, mv en bwb + meervoud zelfstandigen naamwoorden
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

wwg. ond, lv, mv en bwb + meervoud zelfstandigen naamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)

1. De McDonalds medewerker heeft zijn klant zijn bestelling op tijd gegeven

Slide 2 - Question ouverte

Ik help hem.
Ik kijk Brawl Stars
Wij geven jullie een compliment.
Heb je hun gevraagd?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 3 - Question de remorquage

Lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Ik
geef
een 
cadeau
aan
mijn
buurman

Slide 4 - Question de remorquage

Mijn broer timmert zijn eigen tafel
Ik zag jou.
De zorg biedt nu extra hulp aan ouderen
Heeft hij hun geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 5 - Question de remorquage

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)

2. Mik en Daan willen op 5 december een tekening aan Sinterklaas geven.

Slide 6 - Question ouverte

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)


3. Morgen zal de docent een moeilijke aan Amber stellen.

Slide 7 - Question ouverte

Sleep de bijwoordelijke bepaling(en) naar het vlak!
Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
mijn huiswerk
heb
af.
bijna altijd

Slide 8 - Question de remorquage

lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij 
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad

Slide 9 - Question de remorquage

De kunstenaars hebben zich laten inspireren 

door bekende werken van Vincent van Gogh.
Noteer van deze zin de bijwoordelijke bepaling(en).
bijwoordelijke bepaling(en)
De kunstenaars
hebben
zich
laten inspireren
door bekende werken van Vincent van Gogh.

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep de bijwoordelijke bepaling(en) naar het vlak!
Bijwoordelijke bepaling(en)
Ik
nooit
heb
gewonnen.
met de andere quizzen

Slide 11 - Question de remorquage

Een zin kan uit de volgende onderdelen bestaan:

- Een actie;

- Een uitvoerder;

- Een voorwerp waarmee de handeling uitgevoerd ;

- Iemand waarvoor iets gedaan wordt/ aan wie iets geven wordt;

- Een tijd waarop iets gebeurt;

- Een plaats waar iets gebeurt;

- Een manier waarop iets gebeurt.
Onderwerp
persoonsvorm/ gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Bijwoordelijke bepaling
Bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Question de remorquage

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)

4. De cursusverkoper heeft vanochtend een cursus aan een klant verkocht.

Slide 13 - Question ouverte

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)

5. De werkgever heeft zijn medewerker als beloning extra salaris gegeven.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is lijdend voorwerp?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 16 - Question ouverte

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)

6. Mike had zijn lieve vriend iets meer chocolade mogen geven.

Slide 17 - Question ouverte

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)

7. Waarom heeft de dief de auto aan zijn ouders gegeven?

Slide 18 - Question ouverte

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)

8. Ik heb vandaag een broodje aan mijn collega gegeven.

Slide 19 - Question ouverte

Benoem in onderstaande zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling (bwb)

9. Ik zal een cadeau uit de boekenwinkel voor hem meenemen.

Slide 20 - Question ouverte