Module 4 lesweek 2

Module 4         Werken met een zorgplan
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Module 4         Werken met een zorgplan

Slide 1 - Diapositive

Multidisciplinair werken
Basiskennis over de verschillende beroepen, zorgt ervoor dat je weet met wie je kunt samenwerken en naar wie je kunt doorverwijzen. 

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 

Slide 3 - Diapositive

7 fasen van het zorgproces 

Slide 4 - Diapositive

Cliënt op zijn gemak stellen 
Al bij de eerste kennismaking krijgt de cliënt de indruk, ben ik welkom?

 


Vrijwel elke cliënt vindt het moeilijk om professionele zorg te vragen of te accepteren.
Stellen zich niet vanzelf open
Geven van informatie is niet vanzelfsprekend
Er is niet automatisch vertrouwen!


Slide 5 - Diapositive

Van thuis naar een ander thuis
Wat helpt? 
- de woonomgeving
- het eten
- de mensen
- de dagelijkse gewoonten
- dingen doen die je altijd deed
‘En de zorgverleners zijn gewone mensen ...’


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Eerste kennismaking
Zonder vooroordelen ontvangen

 
Eerste indrukken:
1. Het uiterlijk
2. Non-verbale signalen
3. Verbale signalen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Methoden van gegevens verzamelen 

-  Dossierstudie 
- (kennismakings) Gesprek
- Observaties 

Slide 17 - Diapositive

Dossierstudie
Onderzoeken van dossiers om informatie te verzamelen die al ergens is vastgelegd.

 
Geschikt om feiten en achtergrondgegevens van de cliënt te verzamelen.

Slide 18 - Diapositive

(kennismakings) Gesprek 
Bij de start van de zorg voer je een gesprek met de cliënt. Afhankelijk van waar je werkt wordt dit gesprek een anamnesegesprek, intakegesprek, kennismakingsgesprek of opnamegesprek genoemd.

Slide 19 - Diapositive

Observeren 
Observeren is doelgericht waarnemen met je zintuigen.

Door onze filters wordt informatie:
Weggelaten;
Vervormd; Je ziet de dingen anders dan ze daadwerkelijk zijn.
Gegeneraliseerd; Je veralgemeniseert zaken. 
Filters: meestal onbewust, bij zender en ontvanger


Slide 20 - Diapositive

Metingen 
Om een goed beeld van de lichamelijke conditie te krijgen voer je metingen uit. 

Welke metingen? 

Slide 21 - Diapositive

Aan welke metingen denken jullie dan?

Slide 22 - Carte mentale

Meten 
- temperatuur 
- pols
- bloeddruk 
- ademhaling
- zuurstofgehalte
- lengte 
- gewicht 

Deze informatie kun je later vergelijken om een indruk te krijgen van de voor-of achteruitgang.

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag! 
Deze opdracht mag je met zijn tweeën of met zijn drieën doen. 

Ga online op zoek naar drie zorginstellingen. Je onderzoekt wat instellingen doen voor het thuisgevoel van hun cliënten.
 
Wat doet de zorginstelling om cliënten welkom te heten? Op welke manier is de zorginstelling gastvrij?
Wat is jouw indruk van de zorginstellingen? Zou jij je welkom voelen in deze instelling?
Heb jij tips voor één of meer zorginstellingen? Hoe zou de cliënt zich nog meer welkom kunnen voelen?
Volgende les: PRESENTEREN AAN DE KLAS! 

Slide 24 - Diapositive

Observeren 
Observeren gaan jullie ook in je stage uitvoeren, daarom nog wat herhaling. 

Slide 25 - Diapositive

Filters in het waarnemen
Twee basketballende teams

Tel hoe vaak het witte team de bal speelt? 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Waarnemen en observeren
Waarnemen gebeurt alleen met de zintuigen:
ogen, oren, neus, mond en huid

Je kijkt naar feiten en concrete waarnemingen en die kun je interpreteren. 

Interpreteren is subjectief; je geeft jouw mening over de feiten.



Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

\
   




                                                     Per toeval iets 
                                                                   waarnemen.

Slide 30 - Diapositive

Observeren 
Observeren is altijd planmatig. 

Je observeert met een doel. 



Slide 31 - Diapositive

Waarnemen 
Na de observatie leg je vast wat je hebt waargenomen. 

Beschrijf tevens wat de omstandigheden waren, dit kan bepaald geobserveerd gedrag verklaren. 

Daarom belangrijk: verschillende keren/momenten observeren

Slide 32 - Diapositive

Observatiemethodes
1. Gestructureerd observeren 
2: niet- gestructureerd observeren 
3. Participerende observatie 
4. Niet- participerende observatie 

Slide 33 - Diapositive

1. beschrijvende observatie 
Je schrijft alles op wat je opvalt tijdens de observatie. 

Je kiest deze methode als je niet precies weet waar je naar op zoek bent. 

Dit is een ongestructureerde observatie.

Slide 34 - Diapositive

2. Observatieschema's 

Slide 35 - Diapositive

Subjectief en objectief 
Maak op blz. 20 in het opdrachtenboek 
opdracht C Objectieve en subjectieve informatie 


Slide 36 - Diapositive

Observeren 
Maak op blz. 19 
Observeren met een doel. 

Slide 37 - Diapositive

Aan de slag! 
Opdracht A observeren uit je opdrachtenboek 

Blz. 12 en 13

Slide 38 - Diapositive