molens

Welke molen maalt graan?
A
industriemolen
B
korenmolen
C
poldermolen
D
draaimolen
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welke molen maalt graan?
A
industriemolen
B
korenmolen
C
poldermolen
D
draaimolen

Slide 1 - Quiz

Welke molen zaagt bijvoorbeeld planken?
A
industriemolen
B
houtmolen
C
korenmolen
D
poldermolen

Slide 2 - Quiz

Wat doet de poldermolen?
A
graan malen
B
planken zagen
C
olie maken
D
water uit de polder pompen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Welke molen zag je?
A
beltmolen
B
standerdmolen
C
stellingmolen
D
grondzeiler

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Hoe heet deze molen?
A
standerdmolen
B
beltmolen
C
bergmolen
D
tunnelmolen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Welke molen zag je?
A
beltmolen
B
standerdmolen
C
dorpmolen
D
grondzeiler

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Hoe heet deze molen?
A
grondzeiler
B
poldermolen
C
beltmolen
D
wiekenmolen

Slide 11 - Quiz

Wanneer wordt er een zeil over de wieken gespannen?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Hoe wordt deze stand van de molen genoemd?
A
ruststand
B
feeststand
C
rouwstand
D
spoedstand

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Hoe heet deze stand van de wieken?
A
lange ruststand
B
korte ruststand
C
vreugdestand
D
spoedstand

Slide 16 - Quiz

De molenaar moet de wieken naar de wind toe draaien. Hoe heet dit?
A
keren
B
draaien
C
kapen
D
kruien

Slide 17 - Quiz

Hoe heet het bovenste gedeelte van de molen?
A
graanzolder
B
maalzolder
C
kap
D
top

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo