Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Samenwerking tussen Clovis en de christelijke kerk
Steunt de kerk bij het uitbreiden van de macht
Helpen bij het bestuur, want ze zijn opgeleid en machtig
Slide 7 - Diapositive
Dood van Clovis
Na de dood van Clovis kregen zijn vier zoons delen van het rijk.
De Karolingen grijpen de macht, ook een Frankisch volk. (afgeleid van de naam Karel).
De bekendste Karoling isKarel de Grote.
Slide 8 - Diapositive
Soldaten leveren
Stuk grond te leen
Leenmannenn
Karel de Grote
(Leenheer)
Trouw zweren
Slide 9 - Diapositive
Leenstelsel
Leenstelsel
Slide 10 - Diapositive
§4.2 Keizers,
koningen en heren
Je kunt beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond.
Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte.
Je kunt uitleggen welk gevolg het leenstelsel had voor het bestuur in Europa.
Slide 11 - Diapositive
Het leenstelsel
Slide 12 - Diapositive
* Karel overleed in 814
* Leenstelsel valt uit elkaar
* Drie redenen
Slide 13 - Diapositive
1. Frankische Rijk viel in stukjes uit elkaar
* Frankisch recht = bezit verdeeld onder zonen na dood van een koning
* Splitsing van het Rijk
Slide 14 - Diapositive
2. Bestuur raakte verzwakt
* Leenstelsel
* Land werd beschouwd als eigendom ipv leen
* Land werd erfelijk
* Zonen niet trouw en gehoorzaam aan de koning
* Koning verloor macht
Slide 15 - Diapositive
3. Aanvallen van buitenaf
* Noorden -> Vikingen
* Oosten -> Hongaren
* Verzwakte het rijk
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Aan het werk....
Maak eens een mindmap
Lees par 4,2
Maak par 4,2
Bekijk de ontdekkingsplaat
timer
10:00
Slide 18 - Diapositive
Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden.
Slide 19 - Sondage
Boer die geen eigen grond had, maar moest werken op het land van de heer.
De heer beschermde de boeren in ruil voor een deel van de oogst,
Gebied waar een heer de baas was.
Werkzaamheden die boeren gratis voor de heer moesten doen.
Hofstelsel
Domein
Horige
Herendiensten
Slide 20 - Question de remorquage
Deze persoon bepaalde of de horige mocht trouwen of het domein mocht verlaten
Economisch systeem in de vroege middeleeuwen
Gaf oogst aan de domeinheer in ruil voor bscherming
Deze persoon krijgt geen bescherming van de heer
Hofstelsel
Domeinheer
Vrije boer
Horige boer
Slide 21 - Question de remorquage
Grond met bossen en rivieren
De grond van de heer zelf
De grond waar de boer leefde en werkte
Vroonland
Hoeveland
Woeste gronden
Slide 22 - Question de remorquage
Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Leenheer
Trouw / macht
Bescherming
Stukken land te leen
Herendiensten
Karel de Grote
Slide 23 - Question de remorquage
Leenstelsel
Domeinstelsel (hofstelsel)
economisch systeem
Politiek systeem
Slide 24 - Question de remorquage
Bij wie hoort het? Moet soldaten leveren
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 25 - Quiz
Bij wie hoort het? Mag rechtspreken
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 26 - Quiz
Bij wie hoort het? Leent het gebied uit
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 27 - Quiz
Bij wie hoort het? Mag de inkomsten van het gebied houden
A
Leenheer
B
Leenman
Slide 28 - Quiz
Lees de bron.
Welke conclusie kun je trekken over de verhouding tussen leenheer en leenman?
Kies het juiste antwoord.
Bron
Een leenman moet zijn leenheer altijd bijstaan met raad en daad, als hij zijn leen waardig wil zijn en trouw aan zijn eed. De leenheer moet hetzelfde doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman een verrader is, wanneer hij samenzweert tegen zijn leenheer.
Naar: Een brief van bisschop Fulbert van Chartres aan hertog Willem V van Aquitanië (1020).
st
Slide 29 - Diapositive
Welke conclusie kun je trekken over de verhouding tussen leenheer en leenman?
A
De leenman was altijd afhankelijk van zijn leenheer.
B
De verhouding tussen leenheer en leenman was gebaseerd op wederzijdse verplichtingen.
C
Leenheer en leenman waren onafhankelijk van elkaar en gebonden door een eed van trouw.
D
De leenman kreeg alleen een leen van de leenheer als hij een eed van trouw aflegde aan de leenheer.
Slide 30 - Quiz
Lees de bron nog een keer. Hoe betrouwbaar is de bron als je kijkt naar hoe de maker aan zijn informatie is gekomen?
Bron
Een leenman moet zijn leenheer altijd bijstaan met raad en daad, als hij zijn leen waardig wil zijn en trouw aan zijn eed. De leenheer moet hetzelfde doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman een verrader is, wanneer hij samenzweert tegen zijn leenheer.
Naar: Een brief van bisschop Fulbert van Chartres aan hertog Willem V van Aquitanië (1020).
st
Slide 31 - Diapositive
Laatste vraag.......Hoe betrouwbaar is de bron als je kijkt naar hoe de maker aan zijn informatie is gekomen?
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
Dit kun je niet goed beoordelen
D
betrouwbaar en onbetrouwbaar
Slide 32 - Quiz
§4.2 Keizers,
koningen en heren
Je kunt beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond.
Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte.
Je kunt uitleggen welk gevolg het leenstelsel had voor het bestuur in Europa.
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Vidéo
Karel de Grote en het leenstelsel
- Het eerste filmpje is een histoclip over Karel de Grote
- In de overige filmpjes wordt het leenstelsel verder uitgelegd. Iedere keer op een andere manier. Kijk zelf welk filmpje het beste bij jou past.