Systeem Aarde vragen bij 2.3

Vragen Systeem Aarde
Paragraaf 2.3 Verwering en erosie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vragen Systeem Aarde
Paragraaf 2.3 Verwering en erosie

Slide 1 - Diapositive

Bij Mechanische verwering
A
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert)
B
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert niet)
C
lost het gesteente op

Slide 2 - Quiz

Mechanische verwering komt voor
A
in koude gebieden, in droge gebieden en bij groeiende planten die gesteente uit elkaar drukken
B
in natte gebieden, in koude gebieden en bij groeiende planten die gesteente uit elkaar drukken
C
in droge gebieden, in warme gebieden en bij groeiende planten die gesteente uit elkaar drukken

Slide 3 - Quiz

In koude gebieden wordt mechanische verwering vooral veroorzaakt door
A
het steeds weer uitzetten en krimpen van gesteente door grote temperatuurverschillen
B
het oplossen van gesteente
C
het bevriezen van water (en uitzetten) in spleetjes

Slide 4 - Quiz

In droge gebieden wordt mechanische verwering vooral veroorzaakt door
A
het steeds weer uitzetten en krimpen van gesteente door grote temperatuurverschillen
B
het oplossen van gesteente
C
het bevriezen van water (en uitzetten) in spleetjes

Slide 5 - Quiz

Bij chemische verwering
A
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert). Sommige materialen lossen op
B
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert niet)
C
wordt gesteente meegenomen door wind, water en ijs

Slide 6 - Quiz

Chemische verwering komt vooral voor in
A
koude en natte klimaten
B
koude en droge klimaten
C
warme en droge klimaten
D
warme en natte klimaten

Slide 7 - Quiz

Niet elk gesteente verweert even makkelijk, welke factoren zijn van invloed op de vatbaarheid van gesteente voor verwering
A
wind, aanwezigheid vegetatie, klimaat, tijd
B
aard moedergesteente, aanwezigheid water, klimaat, tijd
C
aard moedergesteente, aanwezigheid vegetatie, klimaat, tijd

Slide 8 - Quiz

Welk type gesteente verweert het makkelijkste
A
metamorf gesteente
B
stollingsgesteente
C
sedimentgesteente

Slide 9 - Quiz

Bij erosie
A
valt gesteente uit elkaar in kleine brokjes
B
wordt verweringsmateriaal meegenomen door wind water of ijs. Hierbij treedt een schurende werking op
C
lost gesteente op in water of zuren
D
wordt gesteente achtergelaten en hoopt het op

Slide 10 - Quiz

De juiste volgorde is
A
erosie, sedimentatie, verwering
B
sedimentatie, verwering, erosie
C
verwering,erosie, sedimentatie

Slide 11 - Quiz

In gebieden zonder (of met weinig) vegetatie is de bodem minder vatbaar voor erosie
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

toelichting
vegetatie houdt de bodem vast waardoor de bodem minder snel wordt meegenomen. Zonder vegetatie is de ondergrond dus vatbaarder voor erosie

Slide 13 - Diapositive

Wanneer wind, water en ijs stilvallen
A
is er sprake van sedimentatie
B
is er sprake van erosie
C
is er sprake van verwering

Slide 14 - Quiz

Bij grote hoogteverschillen is de eroderende kracht van water groter
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Een rivier gaat meanderen
A
wanneer er veel water in de rivier zit en er weinig hoogteverschillen zijn
B
er veel water in de rivier zit en er veel hoogteverschillen zijn
C
wanneer er weinig water in de rivier zit en er weinig hoogteverschillen zijn
D
wanneer er weinig water in de rivier zit en er veel hoogteverschillen zijn

Slide 16 - Quiz

Bij veel sedimentatie in het mondingsgebied van een rivier ontstaat er
A
een puinwaaier
B
een delta

Slide 17 - Quiz

Op steile hellingen is de kans op erosie groter. Een extreme vorm van erosie is
A
een massabeweging
B
een puinwaaier
C
een delta

Slide 18 - Quiz