LJ 1 Over wat echt belangrijk is

• Burgerschap
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 1

Over wat echt belangrijk is

Paragraaf 1: Waar het in dit boek over gaat

Samen lezen: Inleiding op blz. 5

Zelfstandig maken: Opdracht 1, 2

Paragraaf 2: Vragen die je doen duizelen

Zelfstandig lezen: Blz. 7

Maken opdracht 3 en 4

Paragraaf 3: Gewone vragen en levensvragen

Filmpje! 

Lezen: Blz. 10

Maken: Opdracht 6 t/m 9

Aantekening 1:

Gewone vragen: De antwoorden hierop zijn altijd feiten.

Levensvragen: Je beantwoord deze vragen vanuit jouw eigen mening. Deze vragen gaan over de belangrijke zaken in het leven. 

Persoonlijke levensbeschouwing: Jouw antwoorden op jouw levensvragen

Gemeenschappelijke levensbeschouwing: Levensvragen en antwoorden van een bepaalde groep (christenen, moslims etc.)

Een levensbeschouwing: Al jouw antwoorden op al jouw levensvragen bij elkaar.

De grote levensvragen

1. Wie/hoe ben ik?

2. Hoe moeten wij met elkaar omgaan?

3. Hoe moeten wij met de natuur omgaan?

4. Wat is er na de dood?

5. Wat vind ik belangrijk in mijn leven?

6. Hoe ziet de/mijn toekomst eruit?

7. Geloof ik in een god? Waarom wel, waarom niet?

Paragraaf 4: Antwoorden op levensvragen

Lezen: Bron 3

Maken: Opdracht 10, 11, 12, 13 (niet 13 b)

Lezen: Bron 4

Maken: Opdracht 14

Lezen: Bron 5

Maken: Opdracht 15 en 16

Paragraaf 5: Nadenken over levensvragen

Lezen: Bron 6

Maken: Opdracht 18 

Lezen: Bron 7

Maken: Opdracht 20 en 21

Filmpje!

Lezen: Blz. 19

Maken: Opdracht 22

Paragraaf 6: Het nut van het nadenken over je levensbeschouwing

Lezen: Tekst op blz. 22

Maken: Opdracht 23, 24 en V1

Lezen: Bron 8

Maken: Opdracht 25

Aantekening 2:

Waarom is het nuttig om na te denken over levensvragen?

Je leert iets over jezelf

Je denkt na over belangrijke dingen

Je denkt na over jouw eigen mening

Je kunt jezelf ‘verbeteren’

Je leert andere mensen begrijpen

Praktische opdracht:
De grote levensvragen

1. Wie/hoe ben ik?

2. Hoe vind je dat mensen met elkaar om moeten gaan?

3. Hoe vind je dat mensen met de natuur om moeten gaan?

4. Wat is er na de dood?

5. Wat vind ik belangrijk in mijn leven?

6. Hoe ziet de/mijn toekomst eruit?

7. Geloof ik in een god? Waarom wel, waarom niet?

Praktische opdracht:
De grote levensvragen

Wat is jouw antwoord op deze vragen? 

Waarom vind je dat, en hoe ben je tot die mening gekomen?

Jullie krijgen 2 lessen om hier aan te werken. Als het niet af is maak je het thuis af.

Praktische opdracht:
De grote levensvragen

• Vragen en antwoorden type je in een Word-document

• Bestandsnaam van Word-document = naam + klas
(bijvoorbeeld: HB1A Barrie Bakfiets) 

• Zet je naam en klas boven de opdracht

• Minimaal 50 woorden per vraag

• Inleveren via Teams 

• Lettertype calibri 11/12

Paragraaf 7: Een goed gesprek over levensvragen: Enkele regels

Lezen: Bron 9

Maken: Opdracht 26 en 27

Lezen: Bron 10

Maken: Opdracht 28

Lezen: Bron 11

Maken: Opdracht 29, 30, 31

Aantekening 3:
Regels voor een goed gesprek

Regel 1: Openstaan voor de mening van een ander

Regel 2: Eerst nadenken, dan pas iets zeggen

Regel 3: Gebruik feiten en argumenten en word niet persoonlijk

Regel 4: Neem niet te lang het woord, niet langer dan nodig is

Niet door elkaar heen praten

Vinger opsteken als je iets wil zeggen

Stelling 1

We mogen geen plastic meer gebruiken

Stelling 2

We moeten de doodstraf weer invoeren

Stelling 3

Je mag auto rijden vanaf 14 jaar

Wat moet je kennen voor het proefwerk:

Aantekening 1, 2 en 3

Opdracht 6, 7, 8, 10, 14, 15, 18, 20, 21, 25, 26, 27, 29 en 30

Begrippen op blz. 27