leerjaar 1 H5 TV: bijvoeglijk naamwoord

Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.



timer
10:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.



timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Ik kan (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.


Slide 2 - Diapositive

  • Schrijven van een flyer.
Vorige les

Slide 3 - Diapositive

Welke woorden zou je kunnen gebruiken om fruit aan te prijzen op de markt?

Slide 4 - Carte mentale

Waarom?
Het is gemakkelijker om een vreemde taal te leren als je de regels van je eigen taal kent. Als je weet wat in het Nederlands werkwoorden en zelfstandige naamwoorden zijn en hoe je die gebruikt, zul je ook in het Frans, Duits of Engels de woorden en hun plaats in de zin sneller herkennen.

Slide 5 - Diapositive

Sleep alle zelfstandig naamwoorden in het vak:
Zelfstandig naamwoord

album
De Vries
H&M
overbodig
nergens
naast

Slide 6 - Question de remorquage

Zelfstandige naamwoorden
Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten, noem je zelfstandige naamwoorden (znw).

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Medipladi

Slide 7 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) vertelt iets over een zelfstandig naamwoord (zn). Het staat meestal voor het zelfstandig naamwoord: 
  • een fantastische aanbieding
  • een goedkoop T-shirtde Amerikaanse dollar
Soms staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord: 
de aanbieding is fantastisch

Slide 8 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets gemaakt is: 
een zilveren oorbel
een plastic emmer.

Slide 9 - Diapositive

Noteer alle (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden uit de zinnen hier rechts.
H5, TV: opdr. 2 (blz. 115)
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive



Wat?
  • H5 TV: opdr. 1,3,5 en 6.

Hoe?
  • Boek blz. 140-141.
  • Of online > planning.

Klaar? 
  • Lezen in je leesboek
  • Werken aan je schrijfdossier
  • Numo



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 6 blz. 141
Luister goed naar elkaar.


Bespreken

Slide 12 - Diapositive




Na deze les...

  • Kan ik (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
Doel

Slide 13 - Diapositive

Ik weet nu precies wat een (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Wat vind je nog lastig?

Slide 15 - Question ouverte

Huiswerk
  • Opdrachten afmaken die je nog niet af had.
  • Zoek een gedicht of lied met rijm.

Slide 16 - Diapositive