8.1 Hoe verloren vorsten hun macht?

8.1 Hoe verloren vorsten hun macht
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

8.1 Hoe verloren vorsten hun macht

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Jullie kunnen uitleggen wat:
- Wanneer de tijd van de pruiken en revoluties zich afspeelde
- Wat de Franse revolutie inhoudt
- Welke standen er precies waren
- Wat de Staten Generaal betekent 
- Guillotine

Slide 2 - Diapositive

3 standen

Slide 3 - Diapositive

Hoe herkende je in de 18e eeuw een rijke man?
A
Grote pruik
B
Kleine pruik
C
Geen pruik
D
Hij was kaal

Slide 4 - Quiz

Geen Brood?
De vrouw van Lodewijk XVI, Marie-Antoinette, hield van mooie en dure kleding en van luxe feesten. 
Grote feesten. Kostte veel geld, terwijl een groot deel van het volk erg arm was. Sommige arbeiders vertelden haar dat ze zo arm waren dat ze geen brood konden kopen. Spottend zei ze: ‘Als u geen brood kunt eten, eet dan maar taart!’

Slide 5 - Diapositive

Nieuwe ideeën
In de 18e eeuw nieuwe ideeën over maatschappij. 
Meer vrijheid en gelijkheid voor alle mensen , geen slaverij.  
Meer rechten voor burgers, eigen wetten maken.  Democratie. In een grondwet moesten de grondrechten komen te staan. Gelijke behandeling. 

Slide 6 - Diapositive

Wat staat er in de grondwet?
A
Belangrijkste rechten en plichten
B
Wie de minister wordt elk jaar
C
Met wie er gehandeld wordt
D
Dat de koning de macht heeft

Slide 7 - Quiz

Maak de juiste combinaties
Bevolkingsgroep met eigen rechten en plichten
Iets wat je moet
Land waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Regeringsvorm waarbij de koning de macht heeft
Monarchie
Plicht
Rechtstaat
Stand

Slide 8 - Question de remorquage

Zoek de grondrechten
Vrijheid van godsdienst
Afschaffing doodstraf

Stemrecht
Vrijheid van  betoging

Slide 9 - Question de remorquage

grondrechten
Grondwet
Papier waarin all regels en plichten staan van burgers en bestuur
Belangrijke rechten van elke 
burger
Wat hoort bij wat

Slide 10 - Question de remorquage

De Franse Revolutie begon in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Wat was géén ideaal van de Franse Revolutie?
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Rijkdom
D
Broederschap

Slide 13 - Quiz

Wat was een reden voor de Franse Revolutie?
A
De koning zorgde dat het land arm werd
B
De belastingen stegen voor de boeren & burgerij
C
Er was jaren lang een slechte oogst
D
Alle drie zijn juist

Slide 14 - Quiz

Waarmee eindigde de Franse Revolutie?
A
Napoleon greep de macht
B
Napoleon won een oorlog voor Frankrijk
C
De koning kwam weer aan de macht

Slide 15 - Quiz

De Guillotine
  • Franse Revolutie

Slide 16 - Diapositive

Opstand

  • Lodewijks gaf de Staten Generaal een opdracht 
  • Recht om mee te beslissen
  • 14 juli 1789 --> Franse revolutie (democratische revolutie)
  • Bevolking kwam in opstand
  • Guillotine (1793)
    koning Lodewijk XVI





Slide 17 - Diapositive

Napoleon

In 1789 was het nog heel onrustig
Nieuwe regering gebruikte veel geweld
Een generaal genaamd Napoleon veroverde veel veldtochten. Nieuwe, moderne wetten.

Kreeg meer macht en steun.

Verslagen in 1815 bij Waterloo (België)


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Wat was de belangrijkste verandering na de Franse revolutie?
A
Er was geen koning meer en er kwam een grondwet.
B
Er was nog wel een koning maar de burgers hadden meer macht.
C
Er kwam een andere koning aan de macht.
D
Er was geen koning meer maar een koningin.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Wie was Napoleon?
A
Een Franse priester die voor de derde stand opkwam
B
Een Franse soldaat die wereldberoemd werd door zijn krijgskunst
C
Een Franse generaal die de macht overnam in Frankrijk en keizer werd
D
Een Franse edelman die het oneens was met de koning

Slide 22 - Quiz

Wanneer was Napoleon aan de macht in Frankrijk?
A
1799 - 1815
B
1870 - 1889
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 23 - Quiz

Wat was Napoleon voordat hij koning van Frankrijk werd?
A
Minister
B
Legeraanvoeder
C
Kunstenaar
D
Eigenaar van de snoepjesfabriek 'Napoleon'

Slide 24 - Quiz

Lesdoel 8.1
Jullie kunnen uitleggen wat:
- Wanneer de tijd van de pruiken en revoluties zich afspeelde
- Wat de Franse revolutie inhoudt
- Welke standen er precies waren
- Wat de Staten Generaal betekent 
- Guillotine

Slide 25 - Diapositive