8.2 Energie in ecosystemen

8.2 Energie in ecosystemen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

8.2 Energie in ecosystemen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Productie
Planten leggen door fotosynthese energie uit zonlicht vast in chemische energie (energierijke organische stof) 
= Bruto productie (BP)

Planten gebruiken gevormde organische stof voor:
- Eigen brandstof: dissimilatie (D)
- Bouwstof: aanmaak van weefsel voor groei/ontwikkeling 
= Netto productie (NP



Slide 4 - Diapositive

BPP en NPP
Alle producenten in een ecosysteem:

Bruto primaire productie (BPP): De totale hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen (bijv. glucose).

Netto primaire productie (NPP): De hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen minus de energie die ze zelf gebruiken (via dissimilatie) voor levensprocessen. BPP – dissimilatie = NPP

Voedselconversie: Het omzetten van organische stoffen van het ene organisme naar het andere

Slide 5 - Diapositive

Neem de bioplek animatie (zie link volgende slide) goed door!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Voedselweb
Wie zijn de:
Producenten?
Reducenten?
Detrituseters?
Consument van de 2e orde?

Slide 8 - Diapositive

Sleep de termen naar de juiste beschrijvingen toe:
Deze organismen zetten de organische stoffen in detritus om in anorganische stoffen
Deze organismen assimileren organische stoffen
Deze organismen doen aan voortgezette assimilatie. Ze nemen organische stoffen op uit hun omgeving
producenten
consumenten
reducenten

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Lien

Onderdeel van maaibeheer is dat er besloten wordt wat er met het maaisel gebeurt.
Geef een ecologisch voordeel als er besloten wordt om na het maaien het maaisel te laten liggen in het natuurgebied.

Slide 11 - Question ouverte

Biomassa
Piramide van biomassa
  • Deze piramide heeft altijd een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 12 - Diapositive

Biomassa is:
A
Gewicht van een organisme
B
Gewicht van een organisme minus water
C
Gewicht organisme minus water en mineralen
D
Gewicht organisme minus water mineralen en anorganische stoffen

Slide 13 - Quiz

biomassa per schakel in kg
piramide van biomassa

Slide 14 - Diapositive

Verlies van energie
Bij een piramide van energie en biomassa zie je dat bij elke schakel omhoog er energie verloren gaat. Dit komt door de volgende processen:

- Dissimilatie: Elk trofisch niveau gebruikt organische stoffen voor de eigen dissimilatie, deze energie wordt verbruikt. 
- Niet alles wordt gegeten: Niet elk organisme uit een trofisch niveau wordt gegeten door het volgende trofisch niveau (deze gaan dood en naar reducenten
- Niet alles is verteerbaar: Organismen bestaan deels uit onverteerbare delen (deze onverteerbare resten gaan naar reducenten of fossiliseren)
- Organisch afval: Organismen scheiden organisch afval uit, bijv. uitwerpselen, afgevallen bladeren, huid, haar en veren, deze gaan naar de reducenten

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke van de onderstaande processen is geen voorbeeld van verlies aan biomassa/energie door de organisme bij een volgende trofisch niveau in de biomassa piramide?
A
dissimilatie
B
uitscheiding
C
dode materiaal
D
fotosynthese

Slide 18 - Quiz

De processen die zorgen voor verlies van energie worden weergegeven in een energiestroomschema. Van het voedsel dat binnekomt (I) blijft voor de volgende schakel in een voedselketen slechts de energie vastgelegd in weefsel (P) over. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Leerboek opdrachten
- Maak 8.2 opdracht 1 t/m 10 uit je leerboek

Slide 22 - Diapositive