Woordsoorten 2.7/4.7/5.7

Noteer ALLE zelfstandig naamwoorden uit deze zin:
Onder het kleine bakje liggen twee lekkere snoepjes verstopt.
1 / 19
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Noteer ALLE zelfstandig naamwoorden uit deze zin:
Onder het kleine bakje liggen twee lekkere snoepjes verstopt.

Slide 1 - Question ouverte

Noteer ALLE werkwoorden uit deze zin:
Onder het kleine bakje liggen twee lekkere snoepjes verstopt.

Slide 2 - Question ouverte

Noteer ALLE bijvoeglijk naamwoorden uit deze zin:
Onder het kleine bakje liggen twee lekkere snoepjes verstopt.

Slide 3 - Question ouverte

Noteer welke woordsoorten er nog meer zijn:
Onder het kleine bakje liggen twee lekkere snoepjes verstopt.

Slide 4 - Question ouverte

Welk woordsoort is het woord bij de pijl?

Jullie gaan voor de toets vast een hoog cijfer halen.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 5 - Quiz

Welk woordsoort is het woord bij de pijl?

Jullie gaan voor de toets vast een hoog cijfer halen.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 6 - Quiz

Welk woordsoort is het woord bij de pijl?

Jullie gaan voor de toets vast een hoog cijfer halen.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

Welk woordsoort is het onderstreepte woord?

Jullie gaan voor de toets vast een hoog cijfer halen.
A
telwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 8 - Quiz

Welk woordsoort is het woord bij de pijl?

Ik maak me geen zorgen over jullie resultaten.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

Welk woordsoort is het woord bij de pijl?

Ik maak me geen zorgen over jullie resultaten.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Welk woordsoort is het woord bij de pijl?

Ik maak me geen zorgen over jullie resultaten.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

Je hebt nu meer geoefend met de 8 woordsoorten. Wat klopt voor jou?
Ik kan ze alle 8 makkelijk benoemen
Ik kan er 6 of 7 benoemen
Ik weet er 4 of 5, de andere vind ik lastig
Ik weet er 2 of 3 en heb meer oefening nodig
Ik weet er 0 of 1 en heb meer oefening nodig

Slide 12 - Sondage

Aan de slag!
§2.7 grammatica
Maak online oefening 2, 10, 14, 16, 18
§4.7 grammatica
Maak online oefening 1, 5, 9, 11, 12
§5.7 grammatica
Maak online oefening 1, 7, 8, 10

Slide 13 - Diapositive

§2.7, §4.7, §5.7
  • lidwoord (lw)
  • zelfstandig naamwoord (zn)
  • bijvoeglijk naamwoord (bn)
  • werkwoord (ww)
  • voorzetsel (vz)
  • telwoord (tw)
  • persoonlijk voornaamwoord (psv)
  • bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 14 - Diapositive

Bedenk bij iedere woordsoort een voorbeeld
  • lidwoord (lw)
  • zelfstandig naamwoord (zn)
  • bijvoeglijk naamwoord (bn)
  • werkwoord (ww)
  • voorzetsel (vz)
  • telwoord (tw)
  • persoonlijk voornaamwoord (psv)
  • bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 15 - Diapositive

Sleep de woorden naar je juiste categorie woordsoorten.
lw
zn
bn
vz
ww
De
eekhoorn
klom
in
de
hoge
boom.

Slide 16 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar je juiste categorie woordsoorten.
lw
zn
bn
vz
ww
psv
bzv
tw
Hij
boekt
een
kort
verblijf
bij
mijn
twee
oude
tantes.

Slide 17 - Question de remorquage

Aan de slag!
§2.7 grammatica
Maak online oefening 2, 10, 14, 16, 18
§4.7 grammatica
Maak online oefening 1, 5, 9, 11, 12
§5.7 grammatica
Maak online oefening 1, 7, 8, 10

Slide 18 - Diapositive

Volgende les
Verder oefenen met alle 8 woordsoorten en test jezelf

SO eind Week 11/begin week 12

Slide 19 - Diapositive