Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordsoorten 5.7 PSV/BZV
Welk woordsoort is het woord bij de pijl?
De twee tieners dromen van een heerlijk lange zomer op het warme strand.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
1 / 22
suivant
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welk woordsoort is het woord bij de pijl?
De twee tieners dromen van een heerlijk lange zomer op het warme strand.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 1 - Quiz
Welk woordsoort is het woord bij de pijl?
De twee tieners dromen van een heerlijk lange zomer op het warme strand.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 2 - Quiz
Welk woordsoort is het woord bij de pijl?
De twee tieners dromen van een heerlijk lange zomer op het warme strand.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
telwoord
Slide 3 - Quiz
Welk woordsoort is het onderstreepte woord?
De twee tieners dromen van een heerlijk lange zomer op het warme strand.
A
telwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 4 - Quiz
Welk woordsoort is het woord bij de pijl?
De twee tieners dromen van een heerlijk lange zomer op het warme strand.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 5 - Quiz
Welk woordsoort is het woord bij de pijl?
De twee tieners dromen van een heerlijk lange zomer op het warme strand.
A
voorzetsel
B
telwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 6 - Quiz
Welke woordsoort vind je nog lastig?
Slide 7 - Carte mentale
Woordsoorten 5.7
In dit hoofdstuk leer je
woordsoorten:
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
Slide 8 - Diapositive
Persoonlijk voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord is een woordje dat je kunt vervangen door een persoon. Het verwijst naar één of meerdere personen of dingen.
Zij
is aardig --> Het meisje is aardig.
Wij
sturen
hem
een berichtje --> De mensen sturen de jongen een berichtje.
Slide 9 - Diapositive
Hoe herken je een psv?
Het staat vaak in de plaats van een zelfstandig naamwoord.
Het wordt gebruikt als onderwerp in de zin of het wordt gebruikt als ander zinsdeel.
Leer het overzichtje hiernaast goed!
Slide 10 - Diapositive
Maak een zin met het woord:
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel persoonlijke voornaamwoorden staan in de de volgende zin?
Met mijn laptop heb ik voor u, jou en mij drie boompjes besteld.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 12 - Quiz
Met
mijn
laptop heb
ik
voor
u
,
jou
en
mij
drie boompjes besteld.
Slide 13 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. Het staat
altijd
bij een zelfstandig naamwoord.
Mijn
moeder heeft
jouw
broertje geholpen.
Slide 14 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoord
Tussen het bezittelijk voornaamwoord en het zelfstandig naamwoord kunnen ook andere woorden staan, zoals een bijvoeglijk naamwoord of een telwoord.
Mijn
aardige moeder heeft
jouw
kleine broertje geholpen met
zijn
twee blokken.
Slide 15 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord wordt geschreven met een w bij uw en jouw.
U
bent aardig.
Uw
hond is lief
Ik ken
jou
goed.
Jouw
buurvrouw is mijn tante.
Slide 16 - Diapositive
Maak een zin met het woord:
Slide 17 - Diapositive
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
jullie
me
je
haar
hij
uw
ons
ze
hun
zijn
jouw
hem
Slide 18 - Question de remorquage
§2.7, §4.7, §5.7
lidwoord (lw)
zelfstandig naamwoord (zn)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
werkwoord (ww)
voorzetsel (vz)
telwoord (tw)
persoonlijk voornaamwoord (psv)
bezittelijk voornaamwoord (bzv)
Slide 19 - Diapositive
Maak een zin met zoveel mogelijk verschillende woordsoorten.
Slide 20 - Question ouverte
Je hebt nu 8 woordsoorten geleerd.
Wat klopt voor jou?
Ik kan ze alle 8 makkelijk benoemen
Ik kan er 6 of 7 benoemen
Ik weet er 4 of 5, de andere vind ik lastig
Ik weet er 2 of 3 en heb meer oefening nodig
Ik weet er 0 of 1 en heb meer oefening nodig
Slide 21 - Sondage
Volgende les
SO grammatica
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
5.7 woordensoorten PSV/BZV
Mai 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
1TH Bez. VNW
Février 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordsoorten 2.7/4.7/5.7
Mars 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Oefen zelfstandig de Woordsoorten 2.7/4.7/5.7
Mars 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
M1 NE paragraaf 5.7 grammatica
Mai 2023
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
9 Grammatica 5.7 les 1
Août 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
5.7 grammatica pers. en bez. voornaamwoord
Avril 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
5.7 grammatica pers. en bez. voornaamwoord
Mai 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1