Week 44 Tekststructuren - 31/10/23

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

Ontstaan van een regenboog

A
verklaringsstructuur
B
probleem-oplossingstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
aspectenstructuur
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

Ontstaan van een regenboog

A
verklaringsstructuur
B
probleem-oplossingstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 1 - Quiz

In een tekst wordt in de inleiding een beschrijving gegeven van het vaccinatieprogramma tegen Covid-19. In het middenstuk worden de voors en de tegens van dit programma besproken. In het slot trekt de schrijver een conclusie.

Welke structuur past bij deze tekst?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor-en-nadelenstructuur

Slide 2 - Quiz

Welke tekststructuur hoort bij deze hoofdvraag, denk je? 

Hoofdvraag: Op welke manier(en) kan het probleem worden opgelost?
A
Verleden-heden(-toekomst) structuur
B
Argumentatiestructuur
C
Probleem-oplossingsstructuur
D
Voor- en nadelenstructuur

Slide 3 - Quiz

Welke tekststructuur past het best bij een tekst over de toename van het aantal verkeersongelukken?
A
voor- en nadelenstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag- antwoordstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 4 - Quiz

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

Is het handig om een coronaprik te halen?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
aspectenstructuur
D
voor- en nadelenstructuur

Slide 5 - Quiz

Welke tekststructuur herken je door
een opsomming van positieve en
negatieve kanten van een verschijnsel in de tekst?
A
argumentatiestructuur
B
probleem-oplossingsstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
verklaringsstructuur

Slide 6 - Quiz

Sleep de juiste kern naar de juiste tekststructuur
verleden-heden-toekomststructuur
probleem-oplossings-structuur
verklaringsstructuur
situatie vroeger
situatie nu
kenmerken/voorbeelden
redenen/
oorzaken
verdere beschrijving van het probleem/oorzaken/
gevolgen/ oplossingen

Slide 7 - Question de remorquage

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
inleiding:
onderwerp

inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel

Slide 8 - Question de remorquage

WAAR
NIET WAAR
Als een tekst een duidelijke, vaste tekststructuur heeft, 
zijn verbinding- of signaal-woorden overbodig.
Een achtergrondartikel
 leent zich minder goed voor een verklaringsstructuur 
dan een nieuwsbericht.
Een opiniestuk leent zich beter voor een argumentatiestructuur 
dan een nieuwbericht.
Een nieuwbericht heeft vaak een aspectenstructuur.
In een nieuwsbericht 
valt de schrijver vaak 
met de deur in huis:
het belangrijkste nieuws.
In een tekst met een probleem-oplossingstructuur
 wordt nooit de oorzaak van het probleem besproken.

Slide 9 - Question de remorquage

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
argumentatie-
structuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
onderwerp

inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of 
stelling

Slide 10 - Question de remorquage