Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Planning
Wat ook alweer leren voor de toets?
Leerdoelen eiwitsynthese
Theorie Transcriptie
Splicing
Translatie
Slide 2 - Diapositive
toets biologie
Maandag a.s.
Hst 3 (celcyclus + mitose)
Hst 5 paragraaf 5.6 nucleïnezuren
Hst 12 paragraaf 12.2
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan het proces van eiwitsynthese in eigen woorden uitleggen.
Je kunt de volgende begrippen en verbanden ertussen uitleggen: transcriptie, translatie, DNA, gen, RNA, RNA-polymerase, mRNA, tRNA, r-RNA, promotor, triplet, startcodon, stopcodon, anticodon, splicing
Je kan een DNA basesequentie vertalen naar een RNA basensequentie
Je kan een RNA basensequentie vertalen naar een aminozuurvolgorde m.b.v. een tabel met de genetische code
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
DNA kan niet de cel uit en moet overgeschreven worden naar mRNA (messenger RNA of boodschapper RNA).
Slide 6 - Diapositive
Startcodon
Een promotor is een basevolgorde van 3 basen waardoor het RNA polymerase weet dat het vanaf deze plek moet starten met overschrijven naar mRNA. Deze codeert niet voor een aminozuur.
Het startcodon (AUG) codeert altijd voor Methionine (eukaryoten) of een aangepaste vorm van Methionine (prokaryoten) en is het eerste codon wat omgezet wordt in een aminozuur. Hiermee start begint een eiwit altijd.
stopcodon
Het stopcodon is ook een vaste basevolgorde. Voor DNA kan dit zijn:
TAA, TAG of TGA. Onthoudt deze codes!
Slide 7 - Diapositive
Hoe heet de 3-delige basenvolgorde die er voor zorgt dat RNA-polymerase bindt aan de DNA streng?
A
Promotor
B
Start-codon
C
Stop-codon
Slide 8 - Quiz
Wat is de code voor het startcodon?
A
AAG
B
UUG
C
AUG
D
UAG
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Transcriptie opdracht. Kies de juiste woorden en zet ze op de juiste plek.
Waar?
Matrijs
Wat
Product
Kern
Cytoplasma
DNA
RNA
Ribosomen
RNA-polymerase
mRNA
Eiwit
Slide 12 - Question de remorquage
Hoe heet de DNA-keten waarop de mRNA streng gebouwd wordt?
A
Coderende streng
B
Matrijsstreng
Slide 13 - Quiz
De juiste volgorde van transcriptie is dus eigenlijk:
DNA--> pre-mRNA --> mRNA
Slide 14 - Diapositive
Leg in eigen woorden uit wat er bij splicing gebeurt.
Slide 15 - Question ouverte
Transcriptie samenvatting
Transcriptie vindt plaats in de kern. DNA wordt door RNA-polymerase gekopieerd naar pre-mRNA en vervolgens 'afgemaakt' tot mRNA d.m.v. splicing.
Slide 16 - Diapositive
Zijn er vragen?
Maken hst 12 vraag
6, 7 en 8
Slide 17 - Diapositive
Terugblik vorige les
- Wie kan me uitleggen wat transcriptie is?
- Wat is splicing ook alweer?
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
transfer-RNA
- stukje op een bepaalde manier
gevouwen RNA.
- Bevat anti-codon die
complementair is aan het codon
op het mRNA
- Draagt het aminozuur dat hoort
bij het codon op het mRNA
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Welk type RNA zorgt voor transport van de aminozuren naar het ribosoom?
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Diapositive
Voor welke aminozuurvolgorde codeert deze streng: mRNA 5' AUGCUUCGCAUCUAA 3'