Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
4B Hoofdstuk 5
Rekenen, meten en schatten
Start je laptop op!
Leg boek 2 vast op je tafel
Slide 1 - Diapositive
Op 21 februari was de luchttemperatuur 5 graden. Er stond een matige wind. Wat was de gevoelstemperatuur?
A
-22
B
-15
C
-8
D
0
Slide 2 - Quiz
Met mijn gezin wil ik seizoenkaarten hebben. Mijn gezin bestaat uit mij en mijn man en 2 kinderen van 11 en 13 jaar. Hoeveel moet ik betalen?
Slide 3 - Question ouverte
Een bloemkool kost €1,50 excl. BTW. Bereken de prijs inclusief 9% BTW.
Slide 4 - Question ouverte
Als je gaat fietsen, wat is dan de gemiddelde snelheid? (vuistregel fietsen)
A
10km/u
B
12km/uur
C
15km/u
D
20km/u
Slide 5 - Quiz
Ik ga 2,5uur fietsen. Hoeveel km heb ik dan ongeveer gefietst?
A
30km
B
32,5km
C
35km
D
37,5km
Slide 6 - Quiz
Hui heeft 1750 Chinese yuan nodig. Hoeveel euro betaalt hij daarvoor?
Slide 7 - Question ouverte
Tik in op je rekenmachine:..... x 1320 =
65
A
220
B
1100
C
1584
D
39600
Slide 8 - Quiz
Hoe laat is het in Beijing als het in Nederland 11:00uur is?
A
18:00uur
B
19:00uur
C
20:00uur
D
21:00uur
Slide 9 - Quiz
Voor de bouw van de Arena zijn veel materialen gebruikt: vijfenzeventigduizend kubieke meter beton en 9000 ton staal. Hoeveel kg staal is er gebruikt in de Arena?
Slide 10 - Question ouverte
Het dak van de Arena kan gesloten worden. De opening van het dak is 80m. het sluiten van het dak duurt 35 minuten. bereken de snelheid van het sluiten in m/s. Rond af op 2 decimalen.
Slide 11 - Question ouverte
Marcel koopt een weiland van 2,7ha. Hoeveel ...... is dat?
m2
Slide 12 - Question ouverte
Hoeveel ml is 8dl?
Slide 13 - Question ouverte
Een Nederlander gebruikt 119 liter water per dag. Hoeveel gebruikten alle Nederlanders samen per dag? Schrijf je antwoord met alleen cijfers.
m3
Slide 14 - Question ouverte
Stefan huurt een studentenkamer voor €262,50 per maand. In januari wordt de huur verhoogd met 3,5%. Bereken de nieuwe huurprijs.
Slide 15 - Question ouverte
Hoeveel km/uur is 11,2m/s?
Slide 16 - Question ouverte
Sven schaatst met een snelheid van 13,9m/s. Hoeveel seconden doet hij over de 500m? Rond af op 2 decimalen.
Slide 17 - Question ouverte
Welke kattenbrokken zijn in verhouding het voordeligst?
Slide 18 - Question ouverte
De prijs van een blokje cola is verhoogd van €0,45 naar €0,50. Met hoeveel procent is de prijs verhoogd?