M1 Werkwoordspelling: Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord

Welkom m1a


Werkwoordsvormen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Persoonsvorm verleden tijd 

Voltooid deelwoord 

Onvoltooid deelwoord 

Infinitief (hele werkwoord) 

Bijvoeglijk naamwoord 


PVTT

PVVT

VD

OD

INF

BN
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom m1a


Werkwoordsvormen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Persoonsvorm verleden tijd 

Voltooid deelwoord 

Onvoltooid deelwoord 

Infinitief (hele werkwoord) 

Bijvoeglijk naamwoord 


PVTT

PVVT

VD

OD

INF

BN

Slide 1 - Diapositive

Terugblik vorige week
- Uitleg + oefenen met de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd.


Slide 2 - Diapositive

De 6 werkwoordsvormen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Persoonsvorm verleden tijd 

Voltooid deelwoord 

Onvoltooid deelwoord 

Infinitief (hele werkwoord) 

Bijvoeglijk naamwoord 


PVTT

PVVT

VD

OD

INF

BN

Slide 3 - Diapositive

Hoe pak je dit aan? 
1. Jantje _____ (gooien) zijn brood in de prullenbak. Hij ____ (hebben) meer trek in een wrap uit de kantine.
2. Vroeger ____ (reizen) Truus en Willem veel, maar nu ____ (blijven) ze liever thuis.
3. Hoe moeilijk ____ (vinden) jij het huiswerk? 
timer
6:00

Slide 4 - Diapositive

Werkwoordspelling schema
1. Tijd bepalen (tt of vt?)

TT
1. Onderwerp bepalen (vervangen door ik, jij, hij, wij?)
2. Wat is de spellingregel? (stam, stam+t of hele ww)
3. Toepassen regel

Slide 5 - Diapositive

Werkwoordspelling schema
VT
1. Onderwerp bepalen (ev of mv?)
2. Sterk of zwak? (sterk? --> zo kort mogelijk schrijven!)
3. Zwak? Wat is de spellingregel? (stam+de(n)/stam_te(n) )
4. Hoor je niet of het -de of -te is? Gebruik 't sexy fokschaap
Haal -en van het hele ww af. Staat de laatste letter in t sexy fokschaap? Dan met t. Staat die letter er niet in? Dan met een d.(verven --> verv --> v staat NIET in 't sexy fokschaap, dan verfde)
5. Pas de juiste regel toe

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen vandaag:
0 Ik kan het voltooid deelwoord juist spellen.
0 Ik kan het onvoltooid deelwoord juist spellen.


Slide 7 - Diapositive

Voltooid deelwoord (VD)

Begint vaak met BE-, GE-, VER- of ONT-. (Bijv. Ge- )

Dan vaak de - stam- (Bijv. -speel- )

Eindigt op:   -EN, -D, -T (Bijv. -d)


Twijfel je tussen -d of -t,  gebruik dan weer  't sexy-fokschaap bij de laatste letter voor de -en in het hele ww.


Ik heb een Big Mac genomen, want die was afgeprijsd.          

Mijn Big Mac was verbrand. Het vlees leek gekookt.           


Truc: maak het woord langer om te horen of het een -d of -t is!

Slide 8 - Diapositive

Soms ben je nog niet klaar met IETS doen.
Het is ONvoltooid.

>'Lopend' moet ik naar huis.
>'Fluitend' kom ik binnen.
Het onvoltooid deelwoord (OD)

Slide 9 - Diapositive

Kermen van de pijn.
Kermen is het hele ww (infinitief). -d-
erbij:
KERMEND

Slide 10 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord

Staat vóór een zelfstandig naamwoord.

Komt van een werkwoord (een VD of een OD)

Schrijf je zo kort mogelijk, dus zoals het VD of OD, met soms een extra -E erachter.


Ik eet mijn zojuist gekochtE Big Mac.

                                   BN van VD

Slide 11 - Diapositive

De infinitief (inf)

Is het hele werkwoord; lopen, maken, eten, bewegen etc.


Verandert niet bij veranderen van tijd  (het is tenslotte geen pv!)

Vóór een infinitief kan je meestal IK KAN zetten.


Ik heb zin om een Big Mac te eten.        (IK KAN eten).

Slide 12 - Diapositive

Wat is fout en waarom?

Slide 13 - Diapositive

Sjaan (verhuizen) morgen.
Job is gisteren (verhuizen).
A
Sjaan verhuisT morgen. Job is verhuisT.
B
Sjaan verhuisD morgen. Job is verhuisD.
C
Sjaan verhuisT morgen. Job is verhuisD.

Slide 14 - Quiz

Welke spelregel hoort bij het onvoltooid deelwoord?

A
is de infinitief met '-d(e)'
B
is de stam met '-d'
C
soms '-d' en soms niet

Slide 15 - Quiz

(Mopperen) en (huilen) kwam de voetballer de kleedkamer in.
A
Mopperent en huilend
B
Mopperend en huilent
C
Mopperend en huilend

Slide 16 - Quiz

De bezorgde broodjes zijn afgeleverd.
A
bezorgde = pvvt afgeleverd = vd
B
bezorgde = bn afgeleverd = vd
C
bezorgde = bn afgeleverd = pvvt
D
bezorgde = pvvt afgeleverd = od

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
Wat: Cursus 5 par. 10 voltooid en onvoltooid deelwoord- opdr. 1 tm 4
Hoe: zelfstandig
Geluid: stilte, oortjes in mag
Nodig: iPad
Tijd: 15 min
Hulp: docent
Klaar: Maak 5 en 6 (bijvoeglijk naamwoord)
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Evaluatie 

De volgende vragen gaan over de leerdoelen van de afgelopen twee weken.

Probeer de juist antwoorden te geven.

Slide 19 - Diapositive

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Slide 20 - Question ouverte

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Slide 21 - Question ouverte

Waarom zijn jullie aan het WANDELEN?
A
vd
B
od
C
inf
D
pvtt

Slide 22 - Quiz

De buurman (barsten) in lachen uit toen hij mij zag.
A
barste
B
barstte
C
barsten
D
barstten

Slide 23 - Quiz

Sterk of zwak?

BIJTEN
A
sterk
B
zwak

Slide 24 - Quiz

Sterk of zwak?
verhuizen
A
sterk
B
zwak

Slide 25 - Quiz

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Slide 26 - Question ouverte

Beantwoord... jij deze vraag ook nog even?

Slide 27 - Question ouverte

Huiswerk
Maak het werkblad. Deze vind je in Magister. 
Je mag de antwoorden in je schrift schrijven. 


Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd

Slide 30 - Diapositive

Spelling van het voltooid deelwoord (en pvvt)
Voorbeelden

hele ww= Fietsen
Stam      = Fiets
-> gefietsT

hele ww= Geloven
stam      = Gelov
-> GeloofD

Slide 31 - Diapositive