3TL 2.5 les 14

Hoe bewegen ongewervelde dieren?
Paragraaf 2.5 Dieren bewegen 
Les 14
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe bewegen ongewervelde dieren?
Paragraaf 2.5 Dieren bewegen 
Les 14

Slide 1 - Diapositive

Noem een dier dat
een topganger is

Slide 2 - Carte mentale

Zoogdieren
  • Topgangers (hoefgangers) - Lopen op puntje van hun teenkootjes, daar omheen hebben ze hoeven
  • Teengangers - loopt op de teenkootjes
  • Zoolgangers - loopt op de gehele voet

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe ongewervelde dieren bewegen: weekdieren, geleedpotigen en wormen

Slide 4 - Diapositive

Ongewervelde dieren

Slide 5 - Carte mentale

Ongewervelde dieren
Weekdieren: Uitwendig skelet van kalk. Schelpdieren zoals slakken

Geleedpotigen: Uitwendig skelet van chitine. Voorbeelden: insecten, spinnen, krabben en kreeften.

Wormen

Slide 6 - Diapositive

Weekdieren
  • Uitwendig skelet: NIET van kraakbeen of been, maar van Kalk.
  • De slak beweegt zich voort met zijn voet (een grote sterke spier in het lichaam van de slak). Door die spier samen te trekken en te ontspannen komt de slak vooruit. 
  • De slak glijdt over een laagje slijm dat hij zelf heeft gemaakt. Dit beschermt hem tegen harde stukjes op de ondergrond. Daarom zie je vaak een slijmerig slakkenspoor achter een slak.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Geleedpotigen
Zoals krabben, kreeften en insecten.
Insecten hebben een uitwendig skelet gemaakt van chitine. 

Door het uitwendige skelet zitten de, gewrichten aan de buitenkant en spieren aan de binnenkant. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wormen
  • Het lichaam van een worm bestaat uit segmenten
  • Deze segmenten bestaan uit 2 verschillende spieren: kringspieren en lengtespieren
  • De worm beweegt door deze spieren om de beurt samen te trekken.
  • De haartjes zijn voor grip. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Hoe kunnen insecten bewegen?
timer
1:00
A
Door spieren die aan de buitenkant van het kalkskelet vastzitten
B
Door spieren die aan de binnenkant van het kalkskelet vastzitten
C
Door spieren die aan de buitenkant van het chitineskelet vastzitten
D
Door spieren die aan de binnenkant van het chitineskelet vastzitten

Slide 13 - Quiz

De oester is een...
timer
1:00
A
Gewervelde met een inwendig kalkskelet
B
Gewervelde met een uitwendig kalkskelet
C
Weekdier met een uitwendig chitineskelet
D
Weekdier met een uitwendig kalkskelet

Slide 14 - Quiz

Een slak heeft een skelet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een geleedpotige?
A
kwal
B
krab
C
slak
D
lieveheersbeestje

Slide 16 - Quiz

Wat voor skelet heeft een slak?
A
Uitwendig skelet
B
Inwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 17 - Quiz

Welk van deze dieren heeft chitine in zijn skelet?
7
A
zeester
B
kreeft
C
slak
D
vleermuis

Slide 18 - Quiz

Geleedpotige dieren hebben een uitwendig skelet.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Welke dieren hebben meestal een huisje of schelp als skelet?
A
Neteldieren
B
Weekdieren
C
Gewervelde
D
Geleedpotige

Slide 20 - Quiz

Waarvan zijn je botten gemaakt
A
Lijmstof en chitine
B
Chitine en Kalkstof
C
Kalkstof en lijmstof
D
Chitine en kalkstof

Slide 21 - Quiz

Van welke verschillende stoffen kunnen skeletten van dieren gemaakt zijn?
A
Been, kalk of chitine
B
Been, kraakbeen of kalk
C
Kraakbeen, kalk of chitine
D
Kalk, chitine of hoorn

Slide 22 - Quiz

Een worm heeft
A
Geen skelet
B
Een inwendig skelet
C
Een uitwendig skelet

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Lien

De volgende les
Samenvatting maken
+ het hele hoofdstuk doornemen en vragen opschrijven


Slide 25 - Diapositive

Maken 
Boek: lezen blz. 62 en 63
Opdracht: 19 t/m 21 werkboek
Oefenen: biologiepagina (zie 2 dia's terug)







Slide 26 - Diapositive