5.5 vergelijkingen met twee variabelen

Vergelijkingen met 2 variabelen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vergelijkingen met 2 variabelen

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je begrijpt wat een variabele is en kan deze herkennen in een verhaaltje.

Je kan een vergelijking met twee variabelen herleiden tot de vorm: y = ax + b.

Slide 3 - Diapositive

Voor het klassenfeest van H3d koopt de mentor 12 zakken naturel chips en 8 zakken paprika chips. In totaal geven zij hier €30,00 aan uit.
Stel dat de zakken naturel chips €1,50 kosten. Hoe duur zijn dan de zakken paprika chips?

Slide 4 - Question ouverte

Voor het klassenfeest van H3d koopt de mentor 12 zakken naturel chips en 8 zakken paprika chips. In totaal geven zij hier €30,00 aan uit.
Stel dat de zakken paprika chips €2,- kosten. Hoe duur zijn dan de zakken naturel chips?

Slide 5 - Question ouverte

Voor het klassenfeest van H3d koopt de mentor zakken naturel chips en 8 zakken paprika chips. In totaal geven zij hier €30,00 aan uit.

Stel dat de zakken naturel chips x euro kosten. Dan kosten 12 zakken naturel chips 12x euro. Stel dat de paprika chips y euro kost. Hoeveel kosten dan 8 zakken paprika chips?

Slide 6 - Question ouverte

Voor het klassenfeest van H3d koopt de mentor 12 zakken naturel chips en 8 zakken paprika chips. In totaal geven zij hier €30,00 aan uit.

Stel dat de zakken naturel chips x euro kosten. Dan kosten 12 zakken naturel chips 12x euro. Stel dat de paprika chips y euro kost. Hoeveel kosten dan 8 zakken paprika chips?

Samen kosten ze 30 euro, dus... (Vul aan): 6x + ... = ...

Slide 7 - Question ouverte

Voor het klassenfeest van H3d koopt de mentor 12 zakken naturel chips en 8 zakken paprika chips. In totaal geven zij hier €30,00 aan uit.

6x + 8y = 30

Schrijf dit om naar de vorm y = ax + b

Slide 8 - Question ouverte

Gegeven is de vergelijking -4x + y = 16 Maak y vrij (y= ...x + ...)

Slide 9 - Question ouverte

Gegeven is de vergelijking 5x + 2y = 10 Maak y vrij (y= ...x + ...)

Slide 10 - Question ouverte

Maak y vrij:
6x - 4y = -12

Slide 11 - Question ouverte

Maak y vrij bij 20x + 4y = -28

Slide 12 - Question ouverte

Geef de richtingscoëfficiënt van de lijn m: 3x-y=13

Slide 13 - Question ouverte

Zelfstandig werken
  • Wat?
    - opg. 60 t/m 67 + nakijken
  • Hoe?
    - Zelfstandig of in tweetallen
  • Klaar?
    - Leren voor de toets
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

(Leerdoelcheck)
Gegeven is de vergelijking -9x + 3y = 15 Maak y vrij (y= ...x + ...)

Slide 15 - Question ouverte