3.1 Hoofdletters

Lesdoel: Na deze les weet je wanneer je een hoofdletter schrijft en in welke gevallen niet.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel: Na deze les weet je wanneer je een hoofdletter schrijft en in welke gevallen niet.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoofdletters

Slide 2 - Carte mentale

Blijf ingelogd
Opdracht
  • Maak tweetallen en kies iemand waarmee je anders nooit samenwerkt.
  • Voeg hoofdletters, komma's en punten toe in de tekst en zorg dat je kunt uitleggen waarom er wel of niet een hoofdletter moet staan. 
  • Twijfel je, zoek dan bijbehorende theorie op. 
timer
5:55

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

meidenvenijn
meidenvenijn, herken je het het begint meestal na de kersvakantie  heb je als leerkracht  soms het gevoel dat er iets speelt tussen de meisjes in je groep maar krijg je er de vinger niet achter heel begrijpelijk omdat het onderlinge pestgedrag van meisjes zich meestal afspeelt onder de oppervlakte en daardoor lastig aan te pakken is  ook de jongens maken zich schuldig aan pesten maar dit is meestal zichtbaarder ze gaan stoeien of vechten   maar hoe haal je nu het venijn uit je groep 

Slide 5 - Diapositive

Wat valt je op aan deze mail?
Wat vind je er van als je deze mail zou krijgen? Is dit professioneel?
Samenvatting theorie
Wanneer gebruik je een hoofdletter?
  1. Aan het begin van een zin.

Voorbeeld: 
Deze zin begint met een hoofdletter.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitzonderingen
  • Als de zin begint met een ' (apostrof):
's Middags gaan wij vaak zwemmen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Bij namen van personen, bedrijven en feestdagen:
Jan Janssen, Nike, Rabobank, mevrouw Van der Kolk, de heer A. de Winter, Pasen
Let op:
P.A. van Winden                    mevrouw Van Winden
Anita van der Veen             mevrouw A. van der Veen



Slide 8 - Diapositive

Let op hoe je namen spelt. De eerste letter is een hoofdletter.
hoofdletter??
  • samenstellingen met feestdagen:
kerstvakantie, kerstboom, kerstbal, kersfeest. 
Maar: Suikerfeest, Ramadan, Kerstmis, Pasen en Pinksteren.
  • windstreken: De wind kwam uit het noordoosten vandaag.
  • Maar Zuid-Afrika, Noord-Holland 
  • namen van seizoenen, maanden en dagen: maandag, mei, winter

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Bij afleidingen van aardrijkskundige namen en van talen:

Een Schotse whisky, een Staphorster rolletje, een Zweeds woordenboek, een Arabisch gedicht, een Surinaams vliegveld. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

iedere zomer gaat sjonnie op vakantie naar de rode zee.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

's-hertogenbosch ligt in noord-brabant.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

veel duitsers graven kuilen om in te liggen als ze op het noordwijkse strand zijn.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

op het vmbo organiseerde meneer Bashmilla van wiskunde in december altijd een toneelstuk.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

terugblik/checken lesdoel+vooruitblik

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Welkom
  • Wat weet je nog?
  • Instructie 
  • Opdracht
  • Aan de slag! 
  • Afsluiting

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions