Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H5 'Mensen en regels'
Boek blz. 60 - 62
Tijdvak 3: Monniken en ridders (500-100)
Periode 2: Middeleeuwen (500-1500)
Slide 1 - Diapositive
Herhaling lesdoelen 5.2
Slide 2 - Diapositive
Waarom verdeelde Karel de Grote zijn rijk in graafschappen?
A
Omdat hij dat beloofd had aan zijn edelmannen.
B
Omdat het rijk te groot was om alleen te besturen.
C
Dat was makkelijker, want dan kon hij andere dingen doen.
D
Karel had ridders nodig voor zijn leger.
Slide 3 - Quiz
Waar heeft Willibrord voor gezorgd in Nederland?
A
Dat de mensen in Nederland christen werden.
B
Dat de mensen in Nederland in meerdere goden gingen geloven.
C
Dat de mensen in Nederland moslim werden.
D
Dat de mensen in Nederland te eten kregen.
Slide 4 - Quiz
Welke 3 groepen waren er in de middeleeuwen?
A
Boeren, ridders en horigen
B
Geestelijken, boeren en ambachtslieden
C
Edelen, boeren en horigen
D
Boeren (horigen), geestelijken en edelen.
Slide 5 - Quiz
Welke plichten had een horige?
Slide 6 - Question ouverte
Lesdoelen 5.2
Je leert over het ontstaan van de islam.
Je leert over de Arabische veroveringen.
Je leert over de cultuur van de Arabische wereld.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Blz. 60: Het verhaal van Mohammed
Mohammed leefde van 570-632 n. Chr.
Mohammed was een profeet: een boodschapper van God.
Volgens Mohammed was er maar 1 God, Allah.
Hij is de stichter van de godsdienst de Islam
Slide 9 - Diapositive
Waar woonde Mohammed?
A
Bagdad
B
Mekka
Slide 10 - Quiz
In welk land ligt Mekka?
A
Saoedi Arabië
B
Irak
C
Iran
D
Israël
Slide 11 - Quiz
Een boodschapper van god noemen we ...
A
priester
B
monnik
C
moslim
D
profeet
Slide 12 - Quiz
Hoe noemen moslims hun god?
Slide 13 - Question ouverte
Het godsdienstige boek van de Islam is de ...
A
bijbel
B
Koran
C
moskee
D
Thora
Slide 14 - Quiz
Blz. 61: Arabische veroveringen
Kaliefen: opvolger van Mohammed. Zij breidden het Islamitische Rijk verder uit.
Een moslimleger wordt door de grootvader van Karel de Grote, Karel Martel, verslagen bij de Franse stad Potiers. Hierdoor bleef Europa christelijk.
Slide 15 - Diapositive
Hoe worden opvolgers van Mohammed genoemd?
A
Moslims
B
Kaliefen
Slide 16 - Quiz
De Arabieren veroverden het rijk van Karel de Grote.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Kijk naar afbeelding 17. Welke landen hoorden bij het Arabische rijk?
Slide 18 - Question ouverte
Blz. 62: Islamitische geloofsregels
Alle mensen in de Arabische wereld spraken en schreven Arabisch en overal golden dezelfde wetten en islamitische regels. Ook werden er overal moskeën gebouwd.
Mensen die in meerdere goden geloofden moesten zich bekeren tot de Islam.
Christenen en Joden mochten hun geloof behouden, omdat ze ook in 1 God geloofden.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Hoeveel zuilen (regels) heeft de Islam?
A
2
B
3
C
5
D
6
Slide 21 - Quiz
Blz. 63: Contact tussen christenen en molsims
Vreedzaam contact: Handel
Vijandig contact: Oorlog, kruistochten: gewapende tocht van christelijke soldaten die Jeruzalem wilden veroveren.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Handel drijven is een voorbeeld van vijandig contact.