Praten en uitleggen, 4e interactievaardigheid

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 2

Interactievaardigheden 2

4e interactievaardigheid

Praten en Uitleggen

Wat weet jij al van deze interactievaardigheid?

Doelen

• Je kunt uitleggen waarom praten en uitleggen zo belangrijk is voor de ontwikkeling en het welbevinden van het kind.
• Je kent allerlei manieren om met praten en uitleggen de taalontwikkeling van kinderen kunt stimuleren
• Je gaat  enkele manieren uitproberen en toepassen op je stage

Lesmateriaal

Blauwe boek PWB hoofdstuk 9

Informatie die docent uitdeelt

Beoordeling

Actieve deelname aan de lessen

Aanwezigheid

Quiz

Wet Kinderopvang

de 4 pedagogische basisdoelen

1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid
2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties
3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkeling van de sociale competenties
4. Het eigen maken van normen en waarden; de cultuur van een samenleving

Elk kdv, psz, bso zijn verplicht de volgende doelen na te streven.

En in hun beleidsplan aangeven hoe en waarmee zij deze doelen willen bereiken.

Of een kc deze doelen bereikt hangt voor een belangrijk deel af van hoe goed de pm'ers zijn met het inzetten van de 6 interactievaardigheden

de zes interactievaardigheden

Drie horen bij de basale interactievaardigheden

Drie horen bij educatieve vaardigheden

Welke interactievaardigheden horen bij de basale interactievaardigheden?

Welke interactievaardigheden vallen onder de 'educatieve interactievaardigheden'

Praten en uitleggen

Als pm'er is het belangrijk dat je regelmatig praat met kinderen en dat je je taalgebruik afstemt op de mogelijkheden van het kind. 

Door met hen te praten:

•  leer je ze beter kennen, 
• werk je aan een band met hen en 
• help je ze de wereld om hen heen te begrijpen.
• en help je ze zichzelf te uiten: wat ze van dingen vinden, hoe ze zich voelen, en te vertellen wat hun behoeften zijn
• Stimuleer je de taalontwikkeling

Waarom is taalstimulering zo belangrijk in de kinderopvang

Praten en uitleggen =

• Informatie geven en uitleggen 
• Met kinderen praten in plaats van tegen kinderen praten (over en weer en beurt nemen en geven)
• Kinderen ruimte geven om zelf een inbreng te hebben in gesprekken en deze inbreng serieus te nemen en hier op passende wijze te reageren

Tweede fase: Al voor de eerste verjaardag ontdekken kinderen dat de klanken die ze horen en zelf oefenen verwijzen naar verschillende voorwerpen: auto, koek, bal. VAnaf dat  moment wordt de taal gebruikt om iets te benoemen en te begrijpen; de auto rijdt. De taal wordt gebruikt om genegenheid uit te drukken en om de wereld te begrijpen.

VAn twee- naar drie-woordzinnen

In de derde fase kan het kind al meer dan korte zinnetjes maken: het kind vertelt al korte verhaaltjes en gesprekjes gaan vaker over dingen buiten het hier en nu,: Ik was in de speeltuin, en er was een hond. Ik heb de hond geaaid.

In de vierde fase kan het kind al langere verhalen vertellen, lezen en schrijven en gesprekken voeren.

Noem bij elke fase een voorbeeld: (zie boek blz.116-118)
1e fase: voortalige fase (brabbelen) 0-1j​
2e fase: vroegtalige fase (losse woorden, eenwoordzinnen) 1- 2,5/3j​
3e fase: differentiatiefase 3-5j​
4e fase: voltooiingsfase 5j<

bekijk het filmpje over stimuleren van taal

Opdracht

Kijkwijzer Praten en uitleggen invullen

Heb je nog een vraag over deze interactievaardigheid?