MARTES 11-3-25 - TRABAJO INDIVIDUAL

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
spaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Tema: Descripción y familia
  • Je leert nieuwe woorden om iemands uiterlijk te beschrijven.


  • Je leert de werkwoorden die nodig zijn om mensen te beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

MIRA EL VÍDEO Y HAZ LAS TAREAS
KIJK NAAR DE VOLGENDE VIDEO EN MAAK DE OPDRACHTEN

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Para describir el aspecto físico de personas utilizamos los verbos
A
ser, tener, hablar
B
ser, tener, llevar
C
ser, estar, tener
D
estar, tener, llevar

Slide 5 - Quiz

... los ojos azules.
A
Es
B
Tiene
C
lleva

Slide 6 - Quiz

8. Hay ser of estar?
Mi padre y yo ................. altos y morenos.
A
estamos
B
hay
C
somos

Slide 7 - Quiz

Tiene el pelo ________.
A
largo y rizado
B
ni corto ni largo y ondulado
C
corto y liso
D
largo y ondulado

Slide 8 - Quiz

Yo tengo el pelo rubio, pero ella _____ el pelo pelirrojo.
A
tiene
B
está
C
es
D
puede

Slide 9 - Quiz

mi madre tiene los ojos
A
verde
B
azul
C
verdes
D
gris

Slide 10 - Quiz

Tiene el pelo
A
liso
B
rizado

Slide 11 - Quiz


1. Mi tío ___ muy alto. 
A
es
B
está
C
estoy
D
estamos

Slide 12 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden.
Las chicas
A
simpáticos
B
simpatíca
C
simpáticas
D
símpatico

Slide 13 - Quiz

¿Cómo es tu pelo?

Escucha y escoge la opción correcta.
Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment.
 Doel: Pas vaardigheden en kennis toe in onbekende situaties.

Slide 14 - Diapositive

Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 1.
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

2.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 2
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

3.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 3
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

4.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 4
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

5.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 5
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

6.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 6
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

7.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 7
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

8.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 8
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

9.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 9
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

Hoe zou je haar beschrijven. Schrijf 3 zinnetjes op in het Spaans

Slide 24 - Question ouverte

¿Cómo son?
Escucha y escribe la letra del bibujo y el nombre correcto. (1 – 5)
Schrijf het op in je schrift.

Slide 25 - Diapositive


Slide 26 - Question ouverte

Soluciones
1) Paco, b
2) Arturo, c
3) Angelina, e
4) Mariela, d
5) Sergio, a

Slide 27 - Diapositive

Schrijf 5 woorden op in het Spaans die je kan gebruiken om iemand te beschrijven.

Slide 28 - Carte mentale

OPRDACHTEN BIJ DE VOLGENDE SLIDE
OPEN DE LINK, KLIK OP NEXT PAGE.
WERK OP 'COMPLETA EL TEXTO'


HAY DOS TAREAS
er zijn twee opdrachten

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Slide 31 - Diapositive