Descripciones 1

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
spaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Tema: Descripción y familia
✅ Luistervaardigheid: De leerling kan luisteropdrachten begrijpen en correcte informatie koppelen aan afbeeldingen.

Slide 2 - Diapositive

ESCUCHAR

Volgende dia schrijf je ze op
Escucha y escribe los nombres y las edades de los hermanos (1 - 6)

Ejemplo:
1) una hermana - Silvia - 13

Slide 3 - Diapositive

Escucha y escribe los nombres y las edades de los hermanos (1-6)
ej. 1 una hermana- Silvia-13 / dos hermanos-Paulo y Carlos-14 y 13

Luister en schrijf de namen en leeftijden van de broers en zussen (1-6) op in het Spaans. Bijvoorbeeld: 1 één zus – Silvia – 13./ twee broers -Paulo en Carlos-14 en 23

Slide 4 - Question ouverte

copia la tabla en tu cuaderno

Slide 5 - Diapositive

¿Cómo son?
Doel: luisteren van beschrijvingen
Tabel invullen met gegevens

Slide 6 - Diapositive

¿Cómo son?

Escucha y escribe la descripción. 
Copia y rellena la tabla. (1 – 4)

Slide 7 - Diapositive

¿Cómo son?
nombre
Descripción
Ojos
Pelo
Lola
baja, gorda
azules
rubio, largo & liso
Alonso
alto, delgado
verdes
corto, castaño, liso
Berta
pequeña
marrones, gafas
pelirrojo, rizado
Rafael
violenta, tiene barba, muy alto & delgado
grises
negro, liso, corto

Slide 8 - Diapositive

¿Cómo es tu pelo?

Escucha y escoge la opción correcta.
Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment.
 Doel: Pas vaardigheden en kennis toe in onbekende situaties.

Slide 9 - Diapositive

Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 1.
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

2.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 2
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

3.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 3
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

4.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 4
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

5.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 5
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

6.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 6
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

7.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 7
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

8.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 8
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

9.Kies de beschrijving die het beste overeenkomt met wat je hoort in het audiofragment voor persoon 9
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Hoe zou je haar beschrijven. Schrijf 3 zinnetjes op in het Spaans

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf 5 woorden op in het Spaans die je kan gebruiken om iemand te beschrijven.

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Diapositive

EXTRA
1. het werkwoord TENER
2. Bijvoeglijk naamwoord
3. Iemand beschrijven
4. Lidwoorden en meervoud
5. Werkwoord GUSTAR (nieuw)

Slide 22 - Diapositive

Maak een samenvatting voor de toets!


Een tekst over familie lezen en de bijbehorende vragen beantwoorden.
De werkwoorden tener, ser en llevar correct gebruiken om personen en kenmerken te beschrijven.
Een korte tekst over je familie schrijven, zoals de oefening op blz. 50 van het boek.
Bijvoeglijke naamwoorden correct toepassen in geslacht (mannelijk/vrouwelijk) en aantal (enkelvoud/meervoud) bij het beschrijven van personen.
Vraagwoorden herkennen en correct gebruiken in zinnen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Lien