Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1KGT - Test Yourself Theme 6 - vocabulary and stones
Test Yourself Theme 6
Vocabulary
Stones
Grammar
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Test Yourself Theme 6
Vocabulary
Stones
Grammar
Slide 1 - Diapositive
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
brave
A
nerveus
B
jaloers
C
sterk
D
moedig
Slide 2 - Quiz
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
honest
A
nerveus
B
jaloers
C
eerlijk
D
sterk
Slide 3 - Quiz
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
proud
A
trots
B
stoer
C
sterk
D
moedig
Slide 4 - Quiz
Welk woord betekent in het Engels:
verbeteren
A
throw
B
inspire
C
catch
D
improve
Slide 5 - Quiz
Welk woord betekent in het Engels:
presteren, uitvoeren
A
perform
B
inspire
C
catch
D
improve
Slide 6 - Quiz
Welk woord betekent in het Engels:
beweging
A
balance
B
experience
C
excitement
D
movement
Slide 7 - Quiz
Welk woord betekent in het Engels:
evenwicht
A
balance
B
experience
C
excitement
D
movement
Slide 8 - Quiz
Wat is het Engelse woord ?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het Engelse woord ?
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het Engelse woord ?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het Engelse woord ?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het Engelse woord ?
Slide 13 - Question ouverte
Wat betekent deze zin in het Nederlands?
She was the greatest tennis player of all time.
A
Ze was de beste tennisspeelster van het jaar.
B
Ze was de slechtste tennisspeelster van het jaar.
C
Ze was de slechtste tennisspeelster allertijden.
D
Ze was de beste tennisspeelster allertijden.
Slide 14 - Quiz
Wat betekent deze zin in het Nederlands?
What makes her so talented?
A
Wat maakt haar zo slecht?
B
Wat maakt haar de beste?
C
Wat maakt haar zo getalenteerd?
D
Wat maakt haar zo goed?
Slide 15 - Quiz
Wat betekent deze zin in het Nederlands?
Chess is one of the oldest games in the world.
A
Schaken is één van de oudste spellen ter wereld.
B
Schaken is één van de meest gespeelde spellen ter wereld.
C
Schaken is één van de nieuwste spellen ter wereld.
D
Schaken is één van de moeilijkste spellen ter wereld.
Slide 16 - Quiz
Wat betekent deze zin in het Nederlands?
He is a better dancer than I thought.
A
Hij is een betere danser dan zij dacht.
B
Hij is een betere danser dan ik dacht.
C
Hij is een betere danser dan wij dachten.
D
Hij is een betere danser dan Peter dacht.
Slide 17 - Quiz
Wat betekent deze zin in het Nederlands?
Do you practise a lot? Yes, I practise four times a week.
A
Train je veel? Ja ik train veertig keer per week.
B
Train je veel? Ja ik train veertien keer per week.
C
Train je veel? Ja ik train twee keer per week.
D
Train je veel? Ja ik train vier keer per week.
Slide 18 - Quiz
Vertaal de volgende zin:
Ik hou van basketbal.
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal de volgende zin:
Joe is langer dan Sam.
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
What comes next?
rich - richer - ?
Slide 22 - Question ouverte
What comes next?
tall - taller - ?
Slide 23 - Question ouverte
What comes next?
important - more important - ?
Slide 24 - Question ouverte
What comes next?
good - better - ?
Slide 25 - Question ouverte
What comes next?
much - more - ?
Slide 26 - Question ouverte
John is ..... than Pete. (nice)
A
nicest
B
as nice
C
nicer
D
more nice
Slide 27 - Quiz
Visiting a museum is ...... than visiting a party. (boring)
A
boringer
B
most boring
C
more boring
D
boringest
Slide 28 - Quiz
Mary is the ......... girl in school.(beautiful)
A
beautifullest
B
most beautiful
C
beautifuller
D
most beautifullest
Slide 29 - Quiz
Bungee jumping is ........
windsurfing. (dangerous)
A
as dangerouser as
B
dangerouser than
C
more dangerouser than
D
more dangerous than
Slide 30 - Quiz
Your dog is the ......
dog I know.(fat)
A
fatter
B
fattest
C
most fat
D
more fattest
Slide 31 - Quiz
His jokes are the ......
of all of us.(funny)
A
funniest
B
funnier
C
more funny
D
funnyest
Slide 32 - Quiz
Practice makes perfect
Follow the link on the next slide to practice more grammar.
or go to stepping stones online: Slim Stampen
Slide 33 - Diapositive
test-english.com
Slide 34 - Lien
apps.noordhoff.nl
Slide 35 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
3B 1.5 - vergelijken
Novembre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
week 8: conditionals/ McB act 1 and 2
Août 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
vergelijken
Décembre 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
vergelijken
Novembre 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
vergelijken
Décembre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4
Comparative / superlative
Juin 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Transition Lesson 1: 'All About Me'
Août 2023
- Leçon avec
16 diapositives
par
LessonUp Inspiration
PSHE
LessonUp
Primary Education
LessonUp Inspiration
vergelijken
Février 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-4