Hfst 5, paragraaf 6: Straffen of voorkomen

Welkom in de les
Een pen gepakt
Opgeborgen
Op de grond
Aandacht!!!
Hoofdstuk 9: Criminaliteit
Paragraaf 5.6: Straffen of voorkomen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Een pen gepakt
Opgeborgen
Op de grond
Aandacht!!!
Hoofdstuk 9: Criminaliteit
Paragraaf 5.6: Straffen of voorkomen

Slide 1 - Diapositive

TO DO 
Gezamelijk:
Uitleg paragraaf 5.6

Zelfstandig:
Maken werkboek

Gezamenlijk:
Afsluiten 





Slide 2 - Diapositive

Drie soorten straffen
Rechters leggen in Nederland jaarlijks tussen de 100.000 en 200.000 straffen op.  


- Hoofdstraffen
    - Bijkomende straf
    - Maatregelen

    Slide 3 - Diapositive

    Hoofdstraffen:
    - Geldboete


    - Gevangenisstraf


    - Taakstraf 

    Slide 4 - Diapositive

    Bijkomende straffen of maatregel
    Naast de opgelegde straf kun je ook een bijkomende straf of maatregel krijgen.
    • Bijkomende straf: bijvoorbeeld een rijontzegging, gebiedsverbod of beroepsverbod.
    • Maatregel: bijvoorbeeld tbs of een schadevergoeding aan het slachtoffer.

    Slide 5 - Diapositive

    TBS 

    Slide 6 - Diapositive

    Jeugdstrafrecht
    Voor jongeren is er het jeugdstrafrecht: strafrecht voor jongeren
    tussen 12 en 18 jaar die een zwaar misdrijf plegen.
    Als je een licht misdrijf pleegt
    kan de politie je naar Halt sturen.

    Werk je mee, dan krijg je geen strafblad.

    Slide 7 - Diapositive

    Waarom straffen we?
    • Straf dient als afschrikking
    • De dader leren verbeteren.
    • Door opsluiten wordt de samenleving veiliger.
    • Voorkomt eigenrichting
    • Voor nabestaanden en slachtoffers is het een vorm van wraak of genoegdoening. 

    Slide 8 - Diapositive

    Criminaliteit verminderen
    Opleggen van straffen heeft niet altijd het juiste effect.
     Hoe kan dit worden opgelost?

    Er zijn twee aanpakken:
    Repressie en preventie 

    Slide 9 - Diapositive

    Repressie
    Letterlijk: Onderdrukken. Repressie is handelen na het delict. 



    Kenmerken:
    -Hogere straffen
    -Meer politie
    -Rechtse partijen zoals VVD

    Slide 10 - Diapositive

    Preventie
    Is het voorkomen van crimineel handelen voor het delict.  


    Kenmerken: 
    - Grotere sociale controle
    -Voorlichtingen
    -Leer en taakstraffen
    -Linkse partijen, zoals GroenLinks
    "Voorkomen is beter dan genezen". 

    Slide 11 - Diapositive

    ZELFSTANDIG
    WAT:
    Maken van je werkboek 5.6


    HOE: 
    Zelfstandig, overleggen op fluistertoon


    TIJD:
    20 minuten 


    zelfstandig, overleggen op fluistertoon
    timer
    20:00

    Slide 12 - Diapositive

    Wat krijg je opgelegd als je ontoerekeningsvatbaar bent?
    A
    TBS
    B
    CBS
    C
    ANWB
    D
    Een gevangenisstraf

    Slide 13 - Quiz

    Wanneer ben je ontoerekeningsvatbaar?
    A
    Als je een psychische aandoening hebt
    B
    Als je het niet deed met voorbedachte rade
    C
    Als je echt niet anders kon, omdat je bijvoorbeeld geen geld had
    D
    Als je handelde uit zelfverdediging

    Slide 14 - Quiz

    Wat is een voorbeeld van een bijkomende straf?
    A
    Geldboete
    B
    Taakstraf
    C
    Rijbewijs inleveren

    Slide 15 - Quiz

    Wat is een voorbeeld van een bijkomende straf?
    A
    Geldboete
    B
    Taakstraf
    C
    Rijbewijs inleveren

    Slide 16 - Quiz

    Wat is het doel van TBS?
    A
    genoegdoening voor het slachtoffer
    B
    heropvoeden
    C
    wraak

    Slide 17 - Quiz

    Criminaliteit verminderen, welke twee soorten zijn er?
    A
    Repressie en wraak
    B
    Repressie en preventie
    C
    Preventie en wraak
    D
    Preventie en genoegdoening

    Slide 18 - Quiz

    Wat betekent repressie als we het hebben over criminaliteit verminderen.

    Slide 19 - Question ouverte

    Welke partij is vooral voor repressie?
    A
    VVD
    B
    GroenLinks
    C
    SP
    D
    PvdA

    Slide 20 - Quiz

    Welke drie hoofdstraffen zijn er?

    Slide 21 - Question ouverte

    Welk doelen van straffen zijn er?

    Slide 22 - Question ouverte

    Leg uit wat we bedoelen met het doel gedrag verbeteren van de dader.

    Slide 23 - Question ouverte

    Wat bedoelen we met het doel van wraak. Gebruik hierbij het woord slachtoffers.

    Slide 24 - Question ouverte