4.2 Culturele veranderingen

4.2 Culturele veranderingen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4.2 Culturele veranderingen

Slide 1 - Diapositive

Spoorboekje
1. Verzuiling
2. Aanleiding verzuiling
3. Ontzuiling

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
7.    De leerling kan 4 kenmerken van Nederland voor 1960 benoemen en uitleggen
8.    De leerling kan 7 kenmerken van Nederland na 1960 benoemen en uitleggen

Slide 3 - Diapositive

Wat is verzuiling?

Slide 4 - Carte mentale

1. Verzuiling
  • 1. Verzuiling = verdeling in scherp gescheiden groeperingen
  • Abraham Kuyper: soevereiniteit in eigen kring
  • Zuilen:
1. Katholieke zuil
2. Protestantse zuil
3. Socialistische zuil
4. Liberale of algemene zuil

Slide 5 - Diapositive

1. Verzuiling
  • Elke zuil heeft zijn eigen instituties: kranten, omroepen, scholen, jeugdbewegingen, winkels, scholen, universiteiten en politieke partijen
  • Socialisatie verloopt via deze instituties

Slide 6 - Diapositive

1. Verzuiling
  • 2. Sterke gezagsverhoudingen
Rangen en klassen

  • Luisteren naar:
Directeur
Pastoor
Burgemeester
Dominee
Dokter
Ouders

Slide 7 - Diapositive

1. Verzuiling
3. Moeilijk stijgen op de maatschappelijke ladder

“Als je voor een dubbeltje geboren bent,
wordt je nooit een kwartje”

Slide 8 - Diapositive

1. Verzuiling
  • Enorme gezinsgerichtheid
  • Strikte taakverdeling:
Man zorgde voor de taakverdeling
Vrouw zorgde voor huishouden en opvoeding
  • Tot 1956: vrouw is handelingsonbekwaam
  • Weinig ruimte voor individuele ontplooiing


Slide 9 - Diapositive

2. Aanleiding ontzuiling
  • 1878: Schoolwet. Alleen overheidssubsidiëring voor onderwijssubsidie openbaar onderwijs
  • Leidt tot onderwijsstrijd, waarbij de protestanten & katholieken streven naar erkenning bijzonder onderwijs
  • 1917: De pacificatie. Einde aan de schoolstrijd en invoering van het algemeen kiesrecht (voor mannen)
  • 1919: Invoering van het algemeen kiesrecht (ook voor vrouwen)

Slide 10 - Diapositive

Wat is ontzuiling en
waarom ontzuilden we?

Slide 11 - Carte mentale

3. Ontzuiling
  • 1945-1950: wederopbouwing
  • Daarna groeit de welvaart snel
  • 1. Nieuwe verhoudingen:
  • Consumptiemaatschappij
  • Jaren 60: opkomst televisie, auto,  supermarkt en vakantie in het buitenland
  • Toename sociale mobiliteit

Slide 12 - Diapositive

3. Ontzuiling
  • Grotere mondigheid
  • 2. Individualisering
  • 3. Ontstaan jongerencultuur:
Andere jeugd dan ouders
Crisis en oorlog –vs- welvaart en vrijheid
Vaker uitgaan
Eigen muziek
Langer op school
Afnemend respect voor gezagsdragers
Ontkerkelijking

Slide 13 - Diapositive

3. Ontzuiling
  • 4. Secularisatie: ontkerkelijking
  • Sluiten van kerken 

  • Psychologische en economische factoren?
  • Culturele factoren: rationalisering?
  • Hoort atheisme bij het geloof?

Slide 14 - Diapositive

3. Ontzuiling
  • 5. Emancipatie van de vrouw
  • Tweede feministische golf:
Deelname vergroten aan het arbeidsproces en financiele vrijheid
Seksuele vrijheid: tegen seksueel geweld en voor abortus
1980: abortus wordt legaal & blijf van mijn lijf huizen

Slide 15 - Diapositive

3. Ontzuiling
6. Diversificatie van het media-aanbod
7. Globalisering & multinationals

  • Schaduwzijden van globalisering:
Machtscentralisering
Afhankelijkheid in economische systemen
Toename van ongelijkheid tussen arm en rijk

Slide 16 - Diapositive

Wat is geen kenmerk van de verzuilde Nederlandse samenleving?
A
Hiërarchische verhoudingen
B
Vrouwen zijn handelingsonbekwaam
C
Weinig sociale mobiliteit
D
Iedereen is gelovig

Slide 17 - Quiz

Wat betekent het gezegde 'Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje'
A
Dat je je niet beter moet voordoen dan je bent
B
Dat je niet moet gokken met geld
C
Dat het is moeilijk om te stijgen op de maatschappelijke ladder
D
Dat je niet moet proberen om heel veel winst je maken

Slide 18 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de ontzuiling?
A
De opkomst jongeren culturen zoals de hippies
B
Er is minder globalisatie
C
Steeds minder mensen zijn gelovig
D
Homoseksuelen en minderheden krijgen rechten

Slide 19 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van grotere mondigheid?
A
Naar een vredesdemonstratie tegen de oorlog in Vietnam gaan
B
Je niet meer zo laten beïnvloeden door wat de dominee of pastoor zegt
C
Aan de hoofd van je docent zeuren om puntjes te sprokkelen voor een hoger cijfer
D
Met zijn alle in een zuipschuur gaan zitten want 'corona raakt mij toch niet'

Slide 20 - Quiz

Wat vinden jullie van deze les? Is LessonUp prettig of juist niet?

Slide 21 - Question ouverte