Hoofdstuk 6 verhoudingen

Verhoudingen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verhoudingen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag gaan we met de  paragraaf 1 en 2 
En een stukje handig rekenen

Slide 2 - Diapositive


Lesdoel: - Hoe je een verhoudingstabel invult 
                   - Hoe je uitzoekt of een tabel een verhoudingstabel is
                   - Hoe je rekent met een verhoudingstabel

Zelfstandig werken

Slide 3 - Diapositive

Eerst een voorbeeld
Ranja maken

Slide 4 - Diapositive

Ranja maken
Als je 20 ml siroop hebt, heb je 100 ml water nodig om ranja te maken.

Hoeveel ml water heb je dan nodig als je 60 ml siroop hebt?

Slide 5 - Diapositive

Ranja maken
Als je 20 ml siroop hebt, heb je 100 ml water nodig om ranja te maken.

Hoeveel ml water heb je dan nodig als je 60 ml siroop hebt?

Dit kun je oplossen met een verhoudingstabel!

Slide 6 - Diapositive

.
Als je 20 ml siroop hebt, heb je 100 ml water nodig om ranja te maken.

Hoeveel ml water heb je dan nodig als je 60 ml siroop hebt?
Aantal ml siroop
Aantal ml water

Slide 7 - Diapositive

.
Als je 20 ml siroop hebt, heb je 100 ml water nodig om ranja te maken.

Hoeveel ml water heb je dan nodig als je 60 ml siroop hebt?
Aantal ml siroop
20
60
Aantal ml water
100
300

Slide 8 - Diapositive

.
Als je 20 ml siroop hebt, heb je 100 ml water nodig om ranja te maken.

Hoeveel ml water heb je dan nodig als je 60 ml siroop hebt?

Je hebt dus 300 ml water nodig als je 60 ml siroop hebt.
Aantal ml siroop
20
60
Aantal ml water
100
300

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Zo ziet een verhoudingstabel er uit






Let dus goed op de pijltjes alleen keer en delen

Slide 11 - Diapositive

Hoe reken je met een verhoudingstabel ?
Stappen, opschrijven in je schrift met een andere kleur:
  1. Maak de verhoudingstabel met alle bekende gegevens erin (tekenen met potlood en geo of liniaal)
  2. Terugrekenen naar 1, soms is terugrekenen naar een ander getal handig
  3. Bereken met de pijlen de ontbrekende getallen in de tabel
  4. Geef antwoord op de vraag in een nette zin!

Slide 12 - Diapositive

Wat hoor op plek A?
A
+ 2
B
x 2
C
+ 3
D
x 3

Slide 13 - Quiz

Wat hoort op plek B?
A
x 2
B
x 3
C
+ 2
D
+ 3

Slide 14 - Quiz

Wat hoort op plek B en plek C?

Slide 15 - Question ouverte

Wat hoor op plek D en E?

Slide 16 - Question ouverte

Wat hoort op plek F?
A
x 1,5
B
: 2
C
+ 8
D
x 3

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Niet elke tabel is een verhoudingstabel

Slide 19 - Diapositive

Is dit een verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Is dit een verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Is deze tabel een verhoudingstabel? Leg uit.

Slide 22 - Question ouverte

Welke tabellen zijn verhoudingstabellen?
A
tabel 1 en 3
B
tabel 2 en 3
C
tabel 2, 3 en 4
D
tabel 2 en 4

Slide 23 - Quiz

In een verhoudingstabel mag je kolommen bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.
Als je al weet dat:
- in 6 uur 18 afleveringen kan kijken.
- in 5 uur 15 afleveringen kan kijken.

Hoeveel afleveringen kan ik kijken in 11 uur?

Slide 24 - Diapositive

Dit kunnen we weten door de kolommen in de verhoudingstabel bij elkaar op te tellen.
Tijd in uren
6
5
11
Aantal afleveringen
18
15
..

Slide 25 - Diapositive

Dit kunnen we weten door de kolommen in de verhoudingstabel bij elkaar op te tellen.
.




In 11 uur kan ik 33 afleveringen kijken.
Tijd in uren
6
5
11
Aantal afleveringen
18
15
33

Slide 26 - Diapositive

In een verhoudingstabel mag je kolommen bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.
Als je al weet dat je:
- in 6 uur 18 afleveringen kan kijken.
- in 5 uur 15 afleveringen kan kijken.

Hoeveel afleveringen kan ik kijken in 1 uur?

Slide 27 - Diapositive

Dit kunnen we weten door de kolommen in de verhoudingstabel van elkaar af te trekken.
Tijd in uren
6
5
1
Aantal afleveringen
18
15
..

Slide 28 - Diapositive

Dit kunnen we weten door de kolommen in de verhoudingstabel van elkaar af te trekken.
.




In 1 uur kan ik 3 afleveringen kijken.
Tijd in uren
6
5
1
Aantal afleveringen
18
15
3

Slide 29 - Diapositive

Heel veel succes met je huiswerk

Kijk op je planner wat je allemaal moet maken


Slide 30 - Diapositive

We gaan nu eerst even zelf oefenen. 
Kijk op je planner wat je kan gaan maken

Nadat we een tijdje zelf hebben geoefend gaan we nog even aan de slag met handig rekenen.

Slide 31 - Diapositive