Logistiek - Oefentoets

Logistiek, procestechnologie & verpakken
Oefentoets
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Logistiek, procestechnologie & verpakken
Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

...de bedrijfskolom? Wat is de goede volgorde?
A
fokbedrijf, slachterij, mesterij, detailhandel
B
vermeerderingsbedrijf, mesterij, slachterij, detailhandel
C
slachterij, grossier, detailhandel, mesterij
D
detailhandel, consument, slachterij, uitbenerij

Slide 2 - Quiz

Welke van de genoemde criteria zijn zgn. kwaliteitscriteria (waar let je op)?
A
kleur, geur, smaak, prijs
B
uiterlijk van de chauffeur, temperatuur, vrachtbrief
C
kleur, uiterlijk van geleverd product, geur, temperatuur
D
aantal verpakkingen, gewicht, hygiene

Slide 3 - Quiz

Wat is het verschil tussen THT & TGT?
Schrijf de afkorting voluit en vertel wat de begrippen betekenen.

Slide 4 - Question ouverte

Als je een bestelling plaatst, houd je rekening met de servicegraad.
Wat is de servicegraad?

Slide 5 - Question ouverte

In de bedrijfskolom onderscheiden we verschillende logistieke stromen.
Welke drie zijn dat?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het doel van Supply Chain Management?

Slide 7 - Question ouverte

Welk van genoemde opties is maakt geen deel uit van de primaire processen?
A
Productie
B
Inkoop
C
Onderhoud
D
Verkoop

Slide 8 - Quiz

Wat zijn secundaire processen? Geef 2 voorbeelden.

Slide 9 - Question ouverte

Waarom is het handig om stroom- of processchema's te gebruiken?

Slide 10 - Question ouverte

Om processen in het bedrijf steeds te blijven verbeteren, gebruikt men vaak de PDCA-cyclus.
Waar staat de afkorting PDCA voor?


Slide 11 - Question ouverte

Leg kort uit wat met elk onderdeel van de PDCA-cyclus wordt bedoeld.

Slide 12 - Question ouverte

Welke informatie moet je volgens de Warenwet onder andere vermelden op het etiket van een voorverpakt product? (meer opties mogelijk)
A
Prijs
B
Ingredienten
C
Voedingswaarde
D
Streepjescode

Slide 13 - Quiz


Slide 14 - Question ouverte

Deze beveiliging zorgt ervoor dat een elektrisch apparaat niet onder stroom kan komen te staan. Hier is sprake van...
A
Smeltzekering
B
Randaarde
C
Brandverzekering
D
Aardlekschakelaar

Slide 15 - Quiz

Welk verpakkingsmateriaal kun je krimpen, rekken en dichtlassen?
A
Metaal
B
Blik
C
Karton
D
Kunststof

Slide 16 - Quiz

Een verpakking die beschermd tegen invloeden van buitenaf voldoet aan ...
A
Technische functie
B
Commerciële functie

Slide 17 - Quiz

Welke eis stelt de Warenwet niet aan een verpakking van voedingsmiddelen?
A
De verpakking moet stapelbaar zijn
B
De verpakking moet veilig in gebruik zijn

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een grootverpakking?
A
Glazen pot
B
Pallet
C
papieren zak
D
Blik

Slide 19 - Quiz

Noem een voordeel van het vacumeren van producten?

Slide 20 - Question ouverte

Noem 3 eisen waaraan een koelcel moet voldoen.

Slide 21 - Question ouverte

Een koelcel heeft een te lage RV. Wat bedoelen we met RV? Noem een gevolg van een te lage RV.

Slide 22 - Question ouverte

Een producent maakt meer producten dan nodig. Hier is sprake van...
A
Verspilling van talent
B
Teveel aan inkoop
C
Overbodig transport
D
Overproductie

Slide 23 - Quiz

De 5S methode word veel gebruikt in bedrijven. Vertaal de Japanse woorden "Seiri, Seiton, Seits, Seiketsu, Shitsuke" naar het Nederlands.

Slide 24 - Question ouverte

Bij welke S van de 5S-methode gebruik je controlelijsten en audits op orde en netheid?
A
Schikken
B
Schoonmaken
C
Standaardiseren
D
Systematiseren

Slide 25 - Quiz

Welk relatieve vochtigheidsgraad percentage is het meest geschikt voor vlees?
A
75-80% (lager dan vlees)
B
80-85% (gelijk aan vlees)
C
85-90% (hoger dan vlees)
D
95-100% (verzadigd)

Slide 26 - Quiz

Welke taak hoort bij het dagelijks reinigen van de koelcel?
A
Vloer grondig schrobben en drogen
B
Wanden desinfecteren
C
Wandrekken reinigen
D
Rubber afsluiting van deuren controleren

Slide 27 - Quiz