Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2(A)HA 17-2 Grammatik ww tt vd und Wiederholung
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Je kent de vormen van de werkwoorden (Verben) in de tegenwoordige tijd (Präsens) en het voltooid deelwoord (Partizip)
Slide 2 - Diapositive
Agenda
1. Herhaling Grammatik: werkwoord tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord
2. Pagina 184, opdrachten 5-10 (hulp: pagina 114 en 117 groene vakjes en pagina 132
klaar? Slim Stampen K4 E Grammatik
Slide 3 - Diapositive
Stappenplan ww t.t.
1. stam van ww vormen: ww-en
b. v.: spielen = spiel
2. IDEWIS: welk persoonlijk voornaamwoord?
3. uitgang toevoegen (fe)esttenten
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
persoonlijk voornaamwoord
I
ich (ik)
D
du (jij)
E
er/sie/es (hij, zij, het)
W
wir (wij)
I
ihr (jullie)
S
Sie/sie (zij, u)
Slide 6 - Diapositive
Hoofdregel (fe)esttenten
FE-
ich
spiel
e
du
spiel
st
er / sie / es
spiel
t
wir
spiel
en
ihr
spiel
t
sie / Sie
spiel
en
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door:
stam + t.
fotografieren Was hast du fotografiert?
Slide 9 - Diapositive
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met
be- of ver-
wordt gevormd door:
stam + t
versorgen. Er hat die Katze versorgt
besuchen Wir haben das Kino besucht
Slide 10 - Diapositive
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
In de Lernliste staat dan ook het voltooid deelwoord. Dit moet je ook leren.
Bijvoorbeeld:
beschrijven – beschreven = beschreiben – beschrieben
zwemmen – gezwommen = schwimmen – geschwommen
vreten – gevreten = fressen – gefressen
Slide 11 - Diapositive
Welke werkwoorden heb je nodig om het voltooid deelwoord te vormen?
A
haben
B
gehen
C
hören
D
sein
Slide 12 - Quiz
streicheln (jullie)
A
ihr streichelt
B
ihr streicheln
Slide 13 - Quiz
Hoe vorm je her voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden?
A
ge + stam + d
B
ge + stam + t
C
ge + stam + en
D
ge + stam + te
Slide 14 - Quiz
heißen (jij)
A
du heißst
B
du heißt
Slide 15 - Quiz
Hoe vorm je het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren?
Slide 16 - Question ouverte
Hoe vorm je het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver-?
Slide 17 - Question ouverte
v. d. van sterke werkwoorden moet je leren (staan in de Lernliste). Noem 3!
Slide 18 - Question ouverte
Stappenplan werkwoord tegenwoordige tijd vervoegen
Slide 19 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
2(A)HA 4-3 feesttenten plus v.d.
Février 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling werkwoordKapitel 4
Septembre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
VWO2 Kapitel 1 Verben
Octobre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1/2T feesttenten
Février 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
KWT 456 vwo (4.10.23)
Octobre 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
H2 -K4 Paragraf E: Grammatik B voltooid deelwoord
Novembre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
VWO2 Kapitel 1 Verben
Novembre 2018
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2 -K4 Paragraf E: Grammatik B voltooid deelwoord
Novembre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2