Examen economie

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Lesdoel

• Dit is herhaling van alle examen stof
• Aan het eind van de les ken je alle examen stof. 
  

Consumptie

• Consumptie betekent het gebruiken of kopen van goederen en diensten.
•  Goederen zijn producten: Materieel (computer, koelkast)
• Diensten zijn immaterieel ( slapen in een hotel)

Geef een voorbeeld van goederen.

2 type goederen

• Verbruiksgoederen: producten die je opmaakt door ze te gebruiken. Kan ze 1 keer gebruiken. (pizza, pleister) 

• Gebruiksgoederen: producten die je meerdere keren kunt gebruiken. Ze worden vervangen. (fiets, stofzuiger)

Behoeftes

• Basisbehoeften zijn behoefte die mensen hebben om redelijk te kunnen leven.

1. eten en drinken
2. Kleding
3. Onderdak
4. Medicijnen 

Noem basisbehoeften

• Schaars is alle behoefte voorzien. Je betaalt ervoor.
• voor vrije goederen betaal je niet (wind, zon en water)
• Collectieve voorzieningen zijn voorzieningen waarvan iedereen gebruik kan maken. Door de overheid (politie, straatverlichting)

Consumptie

• Welvaart de mate waar je behoeften kan voorzien 
• Koopkracht is de hoeveelheid producten en diensten die je voor je geld kunt kopen
• inflatie de algemene prijsstijging van goederen en diensten

Wat wordt verstaan onder welvaart?

1. de mate waarin men in de behoefte kan voorzien
2. een hoog bruto-inkomen
3. een hoog netto-inkomen
4. het inkomen per hoofd van de bevolking