5.10 Voegwoord

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda

Slide 1 - Diapositive

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Wat weet je al? 
  • Theorie telwoord 
  • Opdrachten maken

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk
Donderdag 23 november:
  • C5, P8, opdr. 1 t/m 4 + 6
  • C5, P10, opdr: 1 t/m 3, 5, 8B



Slide 4 - Diapositive

Doel van deze les:
  • Ik kan nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn voegwoorden?
Welke voegwoorden ken je al?

Slide 6 - Carte mentale

Voegwoord
Voegwoorden (vgw) verbinden twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar:
  • twee woorden 
pizza of hamburger
  • twee woordgroepen 
de zware training en de spannende wedstrijd
  • twee zinnen 
Ruby en Nathalie sparen voor een tent}, want {ze gaan in juli kamperen in de Ardenne.






Slide 7 - Diapositive

 voegwoord
Er zijn twee soorten voegwoorden:

  • nevenschikkende voegwoorden (ns. vgw.): verbinden meestal twee woorden, twee woordgroepen of twee hoofdzinnen. 
dus, en, maar, of en want.

  • onderschikkende voegwoorden (os.vgw) verbinden meestal een bijzin met een hoofdzin.
aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra.
 


– {hoofdzin
Pak je een paraplu (bijzin voordat je naar buiten gaat)}?
Er zijn meer onderschikkende voegwoorden, zoals: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra.

Slide 8 - Diapositive

Wat is het voegwoord?
Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het voegwoord?

Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 10 - Quiz

Wat is het voegwoord?

Aangezien Piet een mooi cijfer had gehaald voor Nederlands, maakte hij zich minder zorgen over zijn aankomende rapport.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het voegwoord?

Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 12 - Quiz

Wat is het voegwoord?

Diek heeft het hele weekend lekker buiten in de sneeuw gespeeld, maar daarna was hij de sneeuw wel een beetje zat.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het voegwoord?

Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Maak opdr. 1 t/m 3, 5 en 8B van Grammatica Woordsoorten
Open het online boek - Cursus 5 Grammatica - 10 WS Voegwoord 

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar?
Kies uit: lezen in je leesboek, extra oefenen


timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk
Donderdag 23 november:
  • C5, P8, opdr. 1 t/m 4 + 6
  • C5, P10, opdr: 1 t/m 3, 5, 8B



Slide 16 - Diapositive