Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom !
Slide 1 - Diapositive
Dagopening /nieuws van de dag
Slide 2 - Diapositive
Planning
voorlezen
stillezen
verder met opdracht woordenschat letter B
Nieuwsbegrip
laatste les: LOB (enquete invullen + spreekopdracht)
Slide 3 - Diapositive
voorlezen
Slide 4 - Diapositive
stillezen
timer
10:00
Slide 5 - Diapositive
opdracht woordenschat
Schrijf een verhaal alleen of in tweetal en probeer alle woorden van de letters B en C hierin te gebruiken.
Onderstreep deze woorden in je tekst.
Gebruik je fantasie!
Dit verhaal lever je maandag in.
Slide 6 - Diapositive
Nieuwsbegrip
filmpje samen kijken
zelfstandig werken niveau B (Maria, Malak, Vlad, Natan, Mustafa) 5
gezamenlijk lezen niveau A (Rama, Eylul, Maja, Polina, Oleg, Maja, Mark, Vakaris, Daniel, Hlib) 10
Slide 7 - Diapositive
Spreekopdracht
Slide 8 - Diapositive
voegwoorden
Voegwoorden voegen een of meerdere zinnen samen.
Voorbeeld: Ik ga naar de bioscoop, want ik wil die nieuwe film zien.
Slide 9 - Diapositive
nevenschikkende voegwoorden (nvw)
Bij 5 voegwoorden verandert de volgorde van de zin niet. Het onderwerp (persoon/iets de het doet) en de persoonsvorm (werkwoord) blijven naast elkaar staan.
Leer deze dus uit je hoofd: EN, OF, WANT, DUS, MAAR
Voorbeeld: Ik ga naar huis, wantik ben misselijk.
Slide 10 - Diapositive
Schrijf de volgende zinnen over
Ik ga niet naar school, want ik ben ziek.
Ik ga niet naar school, omdat ik ziek ben.
Aangezien ik ziek ben, ga ik niet naar school.
Als/Wanneer ik ziek ben, ga ik niet naar school.
Nadat ik ziek ben geworden, ging ik niet naar school.
Hoewel ik ziek ben, ga ik toch naar school.
Slide 11 - Diapositive
moeilijkere voegwoorden
Schrijven/spreken-> B1: gebruik je ook moeilijkere voegwoorden, zoals hoewel, tenzij, terwijl, nadat, totdat, zodat, omdat, aangezien.
Bij deze voegwoorden verandert de volgorde van de bijzin.
Hierna volgt een dia met voorbeeldzinnen.
Slide 12 - Diapositive
voegwoorden -> B1
Hoewel ik moslim ben, doe ik niet mee met de Ramadan.
Ik kan vanavond met jou afspreken, tenzij ik moet trainen.
Mijn moeder komt niet naar het gesprek, omdat ze ziek is.
Zij loopt met een dikke jas, terwijl het 20 graden is.
Nadat ik mijn kamer heb opgeruimd, ga ik gamen.
Ik ga elke dag thuis oefenen met lezen, totdat ik B1 heb gehaald.
Ik wil graag B1 halen, zodat ik naar mbo-3 kan gaan.
Aangezien ik verhuisd ben, moet ik nu langer naar school fietsen.
Slide 13 - Diapositive
opdracht woordenschat
Maak zinnen die beginnen met de letter A van het stencil. Zoek de betekenis op van de woorden die jij niet kent.
Probeer minimaal 2 of 3 woorden per zin te gebruiken.
Gebruik (moeilijkere) voegwoorden.
Slide 14 - Diapositive
nakijken opdracht woordenschat
Slide 15 - Diapositive
voorbeeldzinnen
Ik ging mij aankleden om op tijd aanwezig te zijn op mijn afspraak.
De docent maakt een aantekening, omdat ik afwezig was geweest en mijn afspraak had afgezegd.
Sinds augustus heb ik een nieuw telefoonabonnement, want in april heb ik actief mijn apps gebruikt, waardoor ik meer internet nodig had.
De agent vroeg mij of ik alsjeblieft mijn pet wilde afzetten, toen hij en zijn assistent mij aanhielden voor een verkeersovertreding.