Taalverzorging K4: leestekens en hoofdletters

Vandaag
Uit het nieuws
Korte  herhaling hoofdletters en leestekens.

Wat kun je na deze les?
- punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's gebruiken.
- een dubbele punt, aanhalingstekens en hoofdletters gebruiken bij een citaat.

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Uit het nieuws
Korte  herhaling hoofdletters en leestekens.

Wat kun je na deze les?
- punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's gebruiken.
- een dubbele punt, aanhalingstekens en hoofdletters gebruiken bij een citaat.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Slide 3 - Vidéo

Leestekens 
Je zet een komma:
- tussen twee persoonsvormen;
- tussen delen van een opsomming;
- na een naam of uitroep aan het begin van een zin;
- voor verbindingswoorden, zoals: nadat, omdat, terwijl, toen, want.

Je gebruikt een dubbele punt en aanhalingstekens:
- bij een citaat: Mees riep: 'Kijk uit voor die fietser!'

Slide 4 - Diapositive

Leestekens 
Punt
- Meestal aan het eind van een zin. Je laat zien dat de zin is afgelopen.
- De punt komt meteen na het laatste woord. 


Slide 5 - Diapositive

Geen punt!
 Bij een vraagzin is, dan krijg je een vraagteken.(?)
Of als de zin een uitroep is. Dan krijg je een uitroepteken (!)
Of: Als de zin eindigt met een afkorting met punten. 
Op de deur staat: Niet storen a.u.b.
Of: Emma zegt: 'Ik ga naar de dierentuin.' 
Of: Titel: Het geheime bos 

Slide 6 - Diapositive

Komma's
Bij een opsomming.
Voor woorden als maar, omdat, waardoor, zoals..
Na een naam als die vooraan in de zin staat.

Slide 7 - Diapositive

Verbeter de volgende zin.
Mark roept door de gang we hebben morgen geen wiskunde

Slide 8 - Question ouverte

Verbeter de volgende zin.
mevrouw van stralen heeft appeltaart gekocht bij albert heijn

Slide 9 - Question ouverte

Verbeter de volgende zin:
woont pieter van dijk op de dorpsstraat

Slide 10 - Question ouverte

Maken
Opdracht 1 t/m 6 blz 31 t/m 33
Af?
Boekverwerking
Af?
Lezen of nieuwsbegrip

Slide 11 - Diapositive

Hoe was het ook al weer?
Hoofdletters?
Punten?
Vraagtekens?
Uitroeptekens?
Komma's?

Slide 12 - Diapositive