Les 6 Koopovereenkomsten vervolg

Koop overeenkomsten 
Revisited  
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Sales theorieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Koop overeenkomsten 
Revisited  

Slide 1 - Diapositive

Terug in de tijd
Wat is een overeenkomst?
Wat is een rechtspersoon?
Wat is aansprakelijkheid?
Wanneer is er sprake van een overeenkomst?
Wat zou je zelf nog moeten regelen na een overeenkomst?


Slide 2 - Diapositive

Natuurlijk persoon = mens zoals jij en ik, die rechten en plichten heeft in het handelsverkeer
Waar denk je aan bij
een 'natuurlijk persoon'?

Slide 3 - Carte mentale

Rechtsvormen: eenmanszaak, vennoootschap onder firma, besloten vennootschap, naamloze vennootschap, vereniging, stichting
Welke 'rechtsvormen' ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Een eenmanszaak heeft 1 eigenaar, maar een eenmanszaak kan personeel hebben, dan werken er dus meer mensen. Een eenmanszaak zonder personeel: zzp'er (Zelfstandige Zonder Personeel)
Hoeveel mensen werken er bij een eenmanszaak?

Slide 5 - Carte mentale

Welke aandelen horen bij welke rechtsvorm?
BV
NV
Aandelen op naam
Aandelen aan toonder

Slide 6 - Question de remorquage

Jouw vereniging is een rechtspersoon. Een rechtspersoon is zelfstandig aansprakelijk. Jij, als lid, bent niet persoonlijk aansprakelijk.
Jouw vereniging kan de lening waarmee het clubhuis is gekocht, niet terugbetalen. Zal de bank jou (als lid) vragen
de lening af te lossen?

Slide 7 - Carte mentale

Rechtspersoon = organisatie die zelfstandig rechten en plichten heeft in het handelsverkeer
Wat is een rechtspersoon?

Slide 8 - Carte mentale

Als jouw bedrijf een rechtspersoon is, ben je niet met je privé vermogen aansprakelijk bij schulden
Wat maakt het uit of jouw bedrijf een rechtspersoon is of niet?

Slide 9 - Carte mentale

Natuurlijk persoon
Rechtspersoon
Eenmanszaak
Vof
BV
NV
Vereniging
Stichting

Slide 10 - Question de remorquage

Surseance (uitstel) van betaling is bedoeld om alles op orde te krijgen, om een faillisement te voorkomen.
Wat komt eerst:
surseance van betaling of faillissement?
En waarom?

Slide 11 - Carte mentale

Een vereniging heeft leden, een stichting niet.
Wat is een verschil tussen een
vereniging en een stichting?

Slide 12 - Carte mentale

Starten met opdracht 

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 3

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Week 6 
alleen voor e-commerce

Klachten en retouren

Slide 16 - Diapositive

Dus iets met klachten? 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Theorie
Terechte en onterechte klachten

Klacht kan zijn: objectief, subjectief of twijfelachtig

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Uw opdracht
Beschrijf wat je wil bereiken met goed klachtenbeleid
Bedenk per soort klacht 3 voorbeelden 
Maak een stroomschema hoe om te gaan met klachten
Geef duidelijk aan welke actie(s) nodig zijn om af te handel
Werk gedetailleerd en vergeet geen stapje
Beschrijf de retourprocedure en beschrijf wat de wet zegt over retouren en garantie
Welk advies geef je aan BBT shop m.b.t. klachten en retouren

Slide 21 - Diapositive