HNE Duits Week 16: wiederholen Gramm 5+6

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Montag 7. April 2025

Frühling - Woche 15

Herzlich willkommen !

Was machen wir heute?

• Hausaufgaben überprüfen
• wir wiederholen die Grammatik + überprüfen

Hausaufgaben

Übung 10:

1 schwimme / 2 spielt / 3 macht / 4 tanzen / 5 gehen / 6 hört

Übung 11:

1 antwortet / 2 arbeitet / 3 findest / 4 warte / 5 kostet / 6 redest

Übung 12:

Bist du / wir / ich packe / du redest / ich höre / hast du / vergeht / erinnert

zwakke werkwoorden

HOE WAS HET OOK ALWEER????

hele werkwoord = spielen

ich 

du

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

STAM

spiel -

spiel - 

spiel - 

spiel - 

spiel - 

spiel - 

Ezelsbrug is: 

(fe)esttenten

(f

e)

e

st 

t 

en 

t 

en 

ik speel

jij speelt

hij/zij/het

speelt

wij spelen

jullie spelen

zij spelen

u speelt

Wat is er anders bij werkwoorden waar de stam van eindigt op een -d of -t (antworten, arbeiten, reden)?

Bijzonderheid 1

werkwoorden met stam op -d / -t (antworten / reden usw)

ich wart - e

du wart -e -st

er / sie / es wart - e - t

wir wart - en

ihr wart - e -t

sie / Sie wart - en

bij du, er / sie / es en ihr

komt er een extra "e" voor de uitgang (anders spreek je het lastig uit)

vertaal:
ik speel

Welke vervoeging klopt niet?

1. sie tanzt
2. du antwortst
3. er wohnt
4. wir leben

vertaal:
jij werkt (arbeiten)

Welke vervoeging klopt niet?

1. er spielst
2. wir reden
3. sie arbeiten
4. ich wohne

vertaal:
jullie praten (reden)

Welke vervoeging klopt niet?

1. sie redet
2. ihr chattet
3. ihr lebt
4. er antwortest

vertaal:
hij chat (chatten)

JETZT

open een nieuw venster en ga naar: 

(dus niet LessonUP) afsluiten

QUIZIZZ

haben und sein

Het werkwoord sein.  

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

sein

sein

sein

sein = zijn 

ich	bin
du	bist
er/sie/es	ist
wir	sind
ihr	seid
sie/Sie	sind

ich

du

er, sie, es

wir

ihr

sie, Sie

haben = hebben

habe

hast

hat

haben

habt

haben

uitleg

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

hat

habe

haben

haben

habt

hast

Jetzt

Open (weer) een nieuw venster en ga naar

Blooket.com

onbepaald en bepaald lidwoord

Wie war es nochmal?

der 

die

das

bepaald vs onbepaald

der / die / das

vs 

ein of eine

onbepaald

ein bij mannelijk en onzijdig

eine bij vrouwelijk

+e bij meervoud

Grammatica voor de toets

Herhalen: haben en sein, S. 176

Herhalen: zwakke werkwoorden vervoegen, S. 176

Nieuw: zwakke werkwoorden met stam op -t of -d, S. 177

Nieuw: ein of eine, S. 178

Nieuw: bezittelijk voornaamwoorden ein of eine, S. 178

en natuurlijk woordjes K5 + K6 (Ne>Du en Du>Ne)

Also:

Mannelijk		Vrouwelijk		Onzijdig
der Mann	ein Mann	die Frau	eine Frau	das Buch	ein Buch
der Junge	ein Junge	die Sonne	eine Sonne	das Heft	ein Heft

Meervoud ook + e:

geen aardappelen: keine Kartoffeln

geen kinderen: keine Kinder

Jetzt

Open (weer) een nieuw venster en ga naar

Kahoot.com

Bis Donnerstag