1hv H5: bijvoeglijk naamwoord

H5: Mon style est chic

  • Prononciation: Voca et texte A
  • het bijvoeglijk naamwoord
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5: Mon style est chic

  • Prononciation: Voca et texte A
  • het bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Diapositive

Prononciation: Voca en texte A

  • Plusiers élèves lisent le texte A
  • Vous aller entendre vocabulaire A et B
  • On lit le vocabulaire 

Slide 2 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld
bijvoeglijk naamwoord
in het Nederlands

Slide 4 - Carte mentale

Waar zegt een bijvoeglijk naamwoord iets van?

Slide 5 - Question ouverte

Wat valt je op bij de onderstaande zinnen:
Il est grand.
Elle est grande.

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

Bijvoeglijk naamwoord 
Stappenplan
  1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
  2. Waar zegt het wat van? 
  3. ZNW: m/v, enk/mw
  4. Schema: 

Slide 8 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord 
Geef de goede vorm van het bijvoeg.nw: la petit fille 
  1. bijvoeglijk naamwoord: petit
  2. Waar zegt het wat van?  la fille
  3. ZNW: m/v, enk/mw            v/enk 
  4. Schema:  la petite fille

Slide 9 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord 
Geef de goede vorm van het bijvoeg.nw: les pantalons vert
  1. bijvoeglijk naamwoord: vert
  2. Waar zegt het wat van? les pantalons
  3. ZNW: m/v, enk/mw            m/mv
  4. Schema:  les pantalons verts

Slide 10 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord 
  • le pantalon gris (m/enk)
  • les pantalons gris (m/mv) --> + s
  • les pantalons griss
  • les pantalons grisS
  •  Dus geen extra S erachter!

Slide 11 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord 
  • la jupe jaune(v/enk)
  • la jupe jaune (v/enk) --> + e
  • la jupe jauneE
  • la jupe jauneE
  •  Dus geen extra E erachter!
  • Kan wel bij la jupe préféréE

Slide 12 - Diapositive

les grand garçons
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

le pantalon bleue
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

les jupes préférées
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

la grand fille
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Schrijf de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
la maison (vert)

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
le T-shirt (gris)

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
la jupe (jaune)

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
la jupe (préféré)

Slide 20 - Question ouverte

Schrijf de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
les pantalons (bleu)

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
les (joli) garçons

Slide 22 - Question ouverte

Samengevat: het bijvoeglijk naamwoord
Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord
  • Stappenplan
  1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
  2. Waar zegt het wat van? 
  3. ZNW: m/v, enk/mw
  4. Schema: 

  • geen extra 's' als er al een staat
  • geen extra 'e' als er al een staat

Slide 23 - Diapositive