Nederlands Grammatica WOORDSOORTEN

Grammatica (WS)
Nederlands 


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica (WS)
Nederlands 


Slide 1 - Diapositive

Welke woordsoorten ken je nog?

Slide 2 - Carte mentale

1) Woordsoorten:
LW
PSV
ZN
BZV
BN
HWW
VZ
ZWW

Slide 3 - Diapositive

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
DE man van mijn zus is aardig.
A
BN
B
ZWW
C
LW
D
ZN

Slide 4 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
De man VAN mijn zus is aardig.
A
ZN
B
BZV
C
PSV
D
VZ

Slide 5 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
De JONGENS gaan zwemmen.
A
BN
B
HWW
C
LW
D
ZN

Slide 6 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
De jongens GAAN zwemmen.
A
BN
B
HWW
C
ZWW
D
ZN

Slide 7 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Waar staat JOUW auto precies?
A
BN
B
BZV
C
LW
D
PSV

Slide 8 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Waar staat jouw auto PRECIES?
A
BN
B
BZV
C
BW
D
PSV

Slide 9 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
TIJDENS mijn vakantie ga ik reizen.
A
BZV
B
VZ
C
HWW
D
ZWW

Slide 10 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Tijdens mijn vakantie ga ik REIZEN.
A
BZV
B
VZ
C
HWW
D
ZWW

Slide 11 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
MORGEN vertrek ik naar Turkije.
A
BZV
B
PSV
C
BN
D
BW

Slide 12 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Morgen vertrek IK naar Turkije.
A
BZV
B
PSV
C
BN
D
LW

Slide 13 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
ONZE auto is kapot.
A
BZV
B
PSV
C
BN
D
LW

Slide 14 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Onze auto is KAPOT.
A
BZV
B
PSV
C
BN
D
BW

Slide 15 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Mijn vader is echt NIET handig!
A
BZV
B
PSV
C
BN
D
BW

Slide 16 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Mijn VADER is echt niet handig!
A
BZV
B
PSV
C
BN
D
ZN

Slide 17 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Hij stelt ZICH echt aan!
A
BZV
B
BN
C
PSV
D
WKV

Slide 18 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Dat is EEN goed idee.
A
LW
B
PSV
C
BN
D
ZN

Slide 19 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Dat is een GOED idee.
A
LW
B
PSV
C
BN
D
ZN

Slide 20 - Quiz

Welke woordsoort zie je in hoofdletters?
Ik was ME elke dag.
A
LW
B
PSV
C
WKV
D
ZN

Slide 21 - Quiz

Let op!
Bij woordsoorten benoem je dus ELK WOORD.
De moeder van mijn vriend gaat werken.
        LW   ZN       VZ     BZV      ZN     HWW  ZWW          

Een zinsdeel daarentegen kan meerdere woorden bevatten.
De moeder van mijn vriend  / gaat / werken.
            OW                                  WG          WG

Slide 22 - Diapositive