Bron bij les 4 - JV49

Introductie ProjectManagement
TTR-SSD leerjaar 3
LES 4
Acceptatiecritera
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Introductie ProjectManagement
TTR-SSD leerjaar 3
LES 4
Acceptatiecritera

Slide 1 - Diapositive

Planning
De vorige les (basisschool de regenboog)
Product backlog (herhaling)
Acceptatiecriteria (nieuw)

Korte oefentoets.

Slide 2 - Diapositive

Basisschool de regenboog
User stories bespreken

Persona's bespreken

Slide 3 - Diapositive

Product backlog
Bevat de wensen van de
klant en gebruikers.

Word beheerd door
de product owner.

Wensen worden geschreven
als user stories.

Slide 4 - Diapositive

Acceptatie criteria
Bevat meer details over een user story

Als een user story 'af' is moet aan alle
acceptatiecriteria voldaan zijn.


Slide 5 - Diapositive

Acceptatie criteria
User story
Als leerling wil ik een memoryspel spelen
zodat ik kan oefenen met rekenen.

Acceptatiecriteria
- Vanaf groep 8 krijgen leerlingen pas 'delen en percentages'
- Na het klikken van een kaart moet de volgende kaart binnen 10 seconden
aangeklikt worden.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht
Verwerk de feedback die jullie ontvangen hebben.

Voeg acceptatiecriteria toe aan elke user story.

De acceptatiecriteria bespreken we klassikaal.

Slide 7 - Diapositive

Welke 3 rollen heeft een SCRUM team?
A
Development team Klant Scrum master
B
Development team Scrum master Product owner
C
Product owner Scrum master Klant
D
Klant Product owner Development team

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de taken van de product owner?
A
Sprint backlog & burndown chart beheren
B
Product backlog & Sprint backlog beheren
C
Product backlog beheren & User stories schrijven
D
Zorgen dat het team de SCRUM regels volgt.

Slide 9 - Quiz

Wat staat in de product backlog?
A
Een geschiedenis van de afgelopen sprint.
B
Een lijst van de persona's.
C
De planning van de sprint.
D
Alle wensen van de klant als user stories.

Slide 10 - Quiz

Wat staat in de sprint backlog?
A
De planning van de huidige sprint.
B
Een geschiedenis van de afgelopen sprints.
C
Een burndown chart
D
De wensen van de klant als user stories.

Slide 11 - Quiz

Hoeveel tijd zou je maximaal
mogen besteden aan een daily standup?
A
30 minuten
B
15 minuten
C
Zo lang als nodig is.
D
Tot de Scrum master het goed vind.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Waarom is SCRUM een AGILE manier van werken?
A
Je doet een daily standup
B
Je werkt met sprints.
C
Je reflecteert regelmatig
D
Je praat veel met de klant.

Slide 14 - Quiz

Hoe lang duurt een sprint?
A
2 tot 4 weken.
B
altijd 3 weken
C
Tot de scrum master vind dat de sprint klaar is.
D
Tot de afgesproken tijd voorbij is.

Slide 15 - Quiz

Waarom gebruiken we acceptatiecriteria?
A
Zodat duidelijk is wanneer een user story af is.
B
Zodat iedereen weet wat ontwikkeld gaat worden.
C
Zodat de user story goed getest kan worden.
D
Zodat de user story duidelijker word.

Slide 16 - Quiz