Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Huiswerk bespreken
Slide 1 - Diapositive
Opgave 3
Rendement betekent % nuttig gebruikte energie.
Een rendement van 25% betekent dat van de energie die vrijkomt bij de verbranding van benzine (in die motor) 25% kan worden gebruikt om de auto te bewegen.
Slide 2 - Diapositive
Opgave 4
Verbrandingsreacties
Dus ALTIJD zuurstof voor de reactiepijl
De reactieschema's zijn gegeven
Met de informatie van hoofdstuk 4, moeten jullie weten hoe je die omzet in reactievergelijkingen.
Slide 3 - Diapositive
Opgave 4
a) Waterstof --> H2 (g)
met zuurstof, dus H2 (g) + O2 (g)
Er ontstaat een oxide van waterstof --> H2O
H2 (g) + O2 (g) --> H2O (g)
Kloppend maken
2 H2 (g) + O2 (g) --> 2 H2O (g)
Slide 4 - Diapositive
Opgave 5
a) Je weet uit de eerste les dat je zwavel kunt verbranden en dat je zwaveldioxide kunt aantonen met joodwater. Dus kun je dieselolie verbranden en zwaveldioxide aantonen met joodwater.
b) Staat letterlijk in de eerste LessonUp van dit hoofdstuk
Slide 5 - Diapositive
Opgave 6
a) verbranding, dus altijd zuurstof voor de pijl
b) magnesium + zuurstof --> magnesiumoxide
Mg (s) + O2 (g) --> MgO (s)
Kloppend maken: 2 Mg (s) + O2 (g) --> 2 MgO(s)
c) voor reactie 4,5 g Mg, na reactie 7,5g MgO
verschil is zuurstof, (7,5g-4,5g) = 3,0g
magnesium:zuurstof = 4,5 : 3,0
Slide 6 - Diapositive
Opgave 7
3,0 g zuurstof
dichtheid = 1,43 g/dm3
massa
1,43g
3,0g
volume
1 dm3
2,1 dm3
Slide 7 - Diapositive
Opgave 8
Kaarsvet C18H36O2 (s)
Verbranden, dus zuurstof voor de pijl
CO2 en H2O ontstaan
C18H36O2 (s) + O2 (g) --> CO2 (g) + H2O (g)
Slide 8 - Diapositive
C18H36O2 (s) + O2 (g) --> CO2 (g) + H2O (g)
C18H36O2 (s) + O2 (g) --> 18 CO2 (g) + H2O (g)
C18H36O2 (s) + O2 (g) --> 18 CO2 (g) + 18 H2O (g)
C18H36O2 (s) + 26 O2 (g) -->18 CO2 (g) + 18 H2O (g)
Let op de O2 in de formule van kaarsvet
Slide 9 - Diapositive
Opgave 9
Door water te gebruiken wordt de brand afgekoeld. De warmte van de brand wordt dan "gebruikt" om water te verdampen.
Mogelijk brandstof wordt dan minder heet en bereikt uiteindelijk niet meer zijn ontbrandingstemperatuur.
Slide 10 - Diapositive
Opgave 10
a) Er ontstaan -oxides van de atomen in de brandstof
Dus CO2 en H2O
b) C7H16 (l) + O2 (g) --> CO2 (g) + H2O (g)
C7H16 (l) + O2 (g) --> 7 CO2 (g) + H2O (g)
C7H16 (l) + O2 (g) --> 7 CO2 (g) + 8 H2O (g)
C7H16 (l) + 11 O2 (g) --> 7 CO2 (g) + 8 H2O (g)
Slide 11 - Diapositive
Opgave 10
c) C8H18O(l) + O2 (g) --> CO2 (g) + H2O (g)
C8H18O (l) + O2 (g) --> 8 CO2 (g) + H2O (g)
C8H18O (l) + O2 (g) --> 8 CO2 (g) + 9 H2O (g)
C8H18O (l) + 12 O2 (g) --> 8 CO2 (g) + 9 H2O (g)
Let op de O in de formule van antiklopmiddel
Slide 12 - Diapositive
Opgave 11
De gordijnen zelf blijven dezelfde stof en dus dezelfde brandstof
De temperatuur van de gordijnen zul je er ook niet meer veranderen (een vlammetje blijft even warm).
Dus het laagje voorkomt dat zuurstof bij de gordijnen komt.