Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Planning
Slide 1 - Diapositive
H4 zenuwstelsel en spieren
4.1 prikkels
Slide 2 - Diapositive
Wat weet jij al over het zenuwstelsel?
Slide 3 - Carte mentale
leerdoelen
Ik kan
uitleggen wat prikkels zijn en verschillende voorbeelden noemen
uitleggen hoe prikkels worden verwerkt door het lichaam en welke factoren hierop van invloed zijn
Slide 4 - Diapositive
succescriteria
je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: prikkel, impuls, drempelwaarde, (niet) adequate prikkel, reactiesnelheid.
je kent de zintuigen en weet waar ze liggen
je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
Slide 5 - Diapositive
zenuwstelsel en spieren
samenwerking in het lichaam:
de antennes (alle zintuigen)
de verwerking (hersenen, ruggenmerg, zenuwen)
het reageren (spieren en klieren)
het regelen en aansturen (hormoon- en zenuwstelsel)
Slide 6 - Diapositive
samenwerking in het lichaam:
de antennes (alle zintuigen)
de verwerking (hersenen, ruggenmerg, zenuwen)
het reageren (spieren en klieren)
het regelen en aansturen (hormoon- en zenuwstelsel)
Slide 7 - Diapositive
prikkel
= verandering in je omgeving die je kunt waarnemen (zowel binnen als buiten lichaam)
opgevangen door receptoren (gespecialiseerd in één type prikkel)
vaak gelegen in een zintuig
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Je zintuigen nemen verschillende prikkels waar. Welke? Kopieer het lijstje en zet de juiste prikkel er achter. 1) Ogen - 2) Oren - 3) Neus - 4) Tong - 5) Huid -
Slide 10 - Question ouverte
prikkel
= verandering in je omgeving die je kunt waarnemen (zowel binnen als buiten lichaam)
opgevangen door receptoren (gespecialiseerd in één type prikkel)
vaak gelegen in een zintuig
Slide 11 - Diapositive
impuls
een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel
via de zenuwcellen komt de impuls bij je hersenen terecht
Slide 12 - Diapositive
(niet)adequate prikkel
de adequate prikkel = de prikkel waarvoor de receptor het meest gevoelig is (hele lage drempelwaarde)
niet adequate prikkel
een klap op je ogen kan voor sterretjes zorgen (receptoren hebben de klap omgezet in impulsen), maar de prikkel is dan geen lichtprikkel. Toch zullen die receptoren wel impulsen afgeven.
de drempelwaarde hiervoor ligt enorm hoog (bij een klein tikje zul je namelijk geen sterretjes zien)
Slide 13 - Diapositive
juist of onjuist?
Warmte is voor het gehoorzintuig een adequate prikkel.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
juist of onjuist?
De adequate prikkel voor drukzintuigen is zwaartekracht.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
drempelwaarde
een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel
drempelwaarde
gewenning
sterkere prikkel = toename impulsfrequentie
Slide 16 - Diapositive
gewenning
Als de prikkel aahoudt, dan zal er gewenning optreden....
gevolg: drempelwaarde gaat omhoog, minder tot geen impulsen
Slide 17 - Diapositive
juist of onjuist?
De drempelwaarde voor een zintuig is altijd dezelfde.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Welke receptoren vertonen het snelste gewenning?
A
tastreceptoren
B
drukreceptoren
C
pijnreceptoren
Slide 19 - Quiz
juist of onjuist?
De motivatie beïnvloedt de drempelwaarde.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
prikkelsterkte
sterkere prikkel = toename impulsfrequentie
de impulssterkte blijft altijd hetzelfde
Slide 21 - Diapositive
juist of onjuist?
Een harder geluid leidt tot een hogere impulsfrequentie in de gehoorzenuwen dan een zachter geluid.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
juist of onjuist?
Er bestaan vele verschillende typen prikkels, maar impulsen zijn allemaal gelijk.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
juist of onjuist?
Pijnpunten komen overal in het lichaam voor.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
4.1.2. Verwerking: van impuls tot reactie
prikkel door receptor omgezet in impuls
impuls via zenuwen naar centrale zenuwstelsel (hersenen)
in hersenen verwerking
indien nodig - reactie (met spieren/ klieren)
Je wordt je niet bewust van alle prikkels die je ontvangt.
De meest informatie wordt onbewust verwerkt of gewist.
Slide 25 - Diapositive
Welke prikkels heb je tot op heden ontvangen deze les waarvan je je bewust was?
Slide 26 - Question ouverte
Luister, voel en kijk in stilte aandachtig naar je omgeving.
Welke prikkels heb je tot op heden ontvangen deze les waarvan je je niet bewust was?
Slide 27 - Question ouverte
4.1.3. Reactiesnelheid en verkeer
reactiesnelheid (tijd tussen ontvangen prikkel en reactie) = 0,2 seconde
dit is (evolutionair gezien) afgestemd op mensen die lopen (en geen auto rijden)
vandaar dat vertragen van de reactiesnelheid erg gevaarlijk is in het verkeer (drugs, alcohol, mobiel, vermoeidheid etc)
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
juist of onjuist?
In de maagwand komen pijnpunten voor.
A
juist
B
onjuist
Slide 30 - Quiz
juist of onjuist?
Het evenwichtszintuig ligt in het binnenoor.
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quiz
juist of onjuist?
Je kunt met je smaakzintuigen meer dan tien verschillende smaken waarnemen.
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quiz
Controle leerdoelen
Ik kan
uitleggen wat prikkels zijn en verschillende voorbeelden noemen een prikkel is een verandering in je omgeving die je kunt waarnemen. Voorbeelden zijn lichtprikkels, geluidsprikkels etc.
uitleggen hoe prikkels worden verwerkt door het lichaam en welke factoren hierop van invloed zijn receptoren vangen prikkels op en kunnen deze omzetten tot elektrische signalen (impulsen) die naar de zenuwcellen gaan. Dit komt via gevoelszenuwen in de hersenen terecht die dit verwerken en kunnen gaan reageren. Alcohol en drugs hebben een negatieve invloed op de snelheid hiervan.
Slide 33 - Diapositive
Een neuron heeft een bepaalde drempelwaarde. Om de drempelwaarde van dit neuron te overschrijden is bij een bepaalde prikkelduur een bepaalde minimale prikkelsterkte vereist. Er ontstaat dan een actiepotentiaal. Dit neuron wordt vele malen elektrisch geprikkeld met prikkels van verschillende duur en sterkte. In welk van deze diagrammen is het verband tussen prikkelduur en minimale prikkelsterkte juist weergegeven?