Present simple


Les 4
24 september 2020
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Les 4
24 september 2020

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Present simple uitleg
- Energizer
- Present simple oefenen 
- Woordjes oefenen via quizlet.live

Slide 2 - Diapositive

Wat houdt de SHIT-regel in?

Slide 3 - Question ouverte

Present simple
Wanneer? --> bij acties die ALTIJD, NOOIT of REGELMATIG voorkomen (= feiten, gewoontes, regelmaat).


Veelvoorkomende woorden in de zin bij de present simp;e:

always, never, regularly, usually, sometimes and often

Slide 4 - Diapositive

Werkwoordsvorm - shit regel
SHE, HE and IT = werkwoord + s

I, you, they and we = werkwoord                                                                    I work
You work
He/she/it works
They work
We work

Slide 5 - Diapositive

Vul de correcte vorm in:

She ............. to school every day.
A
Is cycling
B
Cycles
C
Cycle
D
Was cycling

Slide 6 - Quiz

Waarom gebruik je de present simple in de voorgaande zin? (she cylces to school every day).

Slide 7 - Question ouverte

Vul de correcte vorm in:

We never ..................... pizza.
A
Eat
B
Ate
C
Eats
D
Are eating

Slide 8 - Quiz

Ontkenning
I, you, they and we = don't en hele werkwoord
He, she and it = doesn't en hele werkwoord


Pas op! Bij he, she and it vervalt de s bij de ontkenning.

Example: He loves spaghetti. --> he doesn't love.

Slide 9 - Diapositive

Maak van de volgende zin een ontkenning:
I eat pizza every day.

Slide 10 - Question ouverte

Vraagzinnen
I, you, they and we = Do vooraan de zin gevolgd door hele werkwoord
He, she and it = Does vooraan de zin gevolgd door het hele werkwoord


Ook bij vraagzinnen geldt: bij she and it vervalt de s

Example: Does he like spaghetti?

Slide 11 - Diapositive

Maak van de volgende zin een vraagzin:
She eats pizza every day.

Slide 12 - Question ouverte

Energizer - op een rijtje
- Ik noem een categorie (bijvoorbeeld lengte).
- Jullie gaan dan, zonder te praten, op een rijtje staan van klein naar groot.
- Ik noem weer een andere categorie.
- Etc.

Slide 13 - Diapositive

Prent simple + woordjes oefnen
-Maak opdracht C en D van lesson 2 (learnbeat)

Slide 14 - Diapositive

Quizlet
- quizlet.live

Slide 15 - Diapositive