Schrijven laatste les

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 4

Schrijven

Tijdens de toetsweek moet je een tekst schrijven. Dit kan een artikel of e-mail zijn. Elke schrijfopdracht wordt vooraf gegaan door een tekst die gaat over het onderwerp.

Welke titel voor een artikel over verschillende soorten koekjes is goed?

1. Lekker
2. Soorten koekjes
3. Welke soort koekjes is het lekkerst?
4. Sprits, rondo's, gevulde koeken

Aan welke eisen moet een goede titel voldoen?

Welke leestekens mag je gebruiken aan het eind van de titel?

Je mag geen afkortingen gebruiken in je mail, brief of artikel, n.a.v. moet je dus voluit schrijven. Wat is de juiste spelling?

Wat is een synoniem van:
naar aanleiding van?

1. zoals
2. maar
3. daardoor
4. vanwege

Schrijf de volgende zin zonder de afkorting, gebruik daarvoor een synoniem.
Ik schrijf deze brief n.a.v. een gelezen artikel.

Wat is de juiste aanhef?

1. Geachte mevrouw Thijssen
2. Geachte Mevrouw Thijssen,
3. Geachte mevrouw Thijssen,
4. geachte mevrouw Thijssen,

Wat is de juiste aanhef?

1. Geachte mevrouw Van Dijk,
2. Geachte Mevrouw Van Dijk,
3. Geachte mevrouw Van Dijk
4. Geachte mevrouw van Dijk,

Hoe mag je een e-mail beginnen?

1. Hallo, ik ben Jan de Groot.
2. Mijn naam is Jan de Groot.
3. mijn naam is Jan De Groot.
4. Goedendag, mijn naam is Jan de Groot.

Welk tekstdoel heeft een artikel niet?

1. informeren
2. instrueren
3. overhalen/ tot handelen aanzetten
4. mening geven

Wat moet je in de inleiding van een e-mail altijd zetten?

Hoe sluit je een e-mail netjes af?

1. Groetjes,
2. M.v.g.
3. Met vriendelijke groet,
4. Met vriendelijke groet.

Welke notatie is juist?

1. 18-4-2023
2. 18 April '23
3. 18 apr. 2023
4. 18 april 2023

Schrijfopdracht mail/artikel

Lees de situatieschets aandachtig door. 

1. Lees de punten die in je schrijfopdracht moeten komen.

2. Maak een indeling van je schrijfopdracht: inleiding/kern/slot.

3. Verwerk de vragen in het antwoord en haal je info uit de situatieschets.

4. Houd je aan alles wat je geleerd hebt en check of je niks mist

Keuze:

1. Maak een schrijfopdracht ter voorbereiding op de toetsweek

(Kader opdracht 3, Basis opdracht 2).

2. Oefen met werkwoordspelling: Blink (digitaal boek) en open de app werkwoordspelling. Maak de diagnostische toets.

3. Oefen met spelling: Blink (digitaal boek) en maak de opdrachten Leestekens en hoofdletters